Paragraaf 2.1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Pruiken en revoluties

Vandaag: paragraaf 2.1 A & B

- Je kunt uitleggen wat een absolute koning is.

-Je kunt uitleggen wat de 3 standen zijn. 

Daarna maken:

- Vragen paragraaf 2.1 of een mindmap

-12:50 Quiz

Een absolute koning

              Een koning die in zijn land alle macht heeft. 

- Geeft hoge posities aan trouwe edelen.

- Ministers moeten doen wat hij zegt.

Paleis van Versailles

             De drie standen

Eerste & tweede stand	Derde stand
- Klein deel van de bevolking (2%) - Rijk - Betalen geen belasting. - Krijgen veel invloed	- Groot deel van de bevolking (98%) - Arm - Betalen alle belasting - Krijgen weinig invloed

Maken

Mindmap paragraaf 2.1 of vragen 2.1 

Met welk hoofdstuk zijn we vandaag begonnen?

1. Baarden en revoluties
2. Pruiken en oorlogen
3. Pruiken en revoluties
4. Standen en revoluties

Een absolute koning heeft weinig macht

1. Waar
2. Niet waar

Eerste stand 

Tweede stand

Derde stand

Winkeliers

Geestelijken

Boeren

Ambachtslieden

Adel

Gewone burger

Alle drie standen betalen belasting

1. Waar
2. Niet waar

Waar staat het paleis van de Franse koning?

1. Parijs
2. Berlijn
3. Brussel
4. Versailles