Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM V2
timer
5:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Open je boek alvast op blz. 64-65
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM V2
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
1.Starten met Cursus 3: Fictie.
2. Klassikaal door paragraaf 1 heen.
3. Oefenvragen in LessonUp.
4.Terugblikken en afronden.
Wat gaan wevandaag doen?
Slide 2 - Tekstslide
Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Setting en sfeer
Verhalen spelen zich af in een bepaalde setting. De setting bestaat uit de plaats, tijd en omstandigheden die de achtergrond vormen waartegen het verhaal zich afspeelt.
Plaats, bijvoorbeeld in een bepaald land, in een stad of in een dorp, in een restaurant, op school.
Tijd, bijvoorbeeld heden (tegenwoordig), verleden, toekomst, een specifiek jaar of seizoen.
Omstandigheden: bijvoorbeeld oorlog, zombie-uitbraak, sneeuwstorm, vakantie.
Slide 6 - Tekstslide
De plaats, tijd en omstandigheden zijn
samen vaak heel bepalend voor de sfeer van een
verhaal. De sfeer kan bijvoorbeeld griezelig,
dreigend, benauwend, kil, geheimzinnig,
ontspannen, verveeld, romantisch of
onbezorgd zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat kun je zeggen over de plaats van het verhaal? Gebruik steekwoorden.
Slide 9 - Woordweb
Noteer in steekwoorden in welke tijd dit verhaal zich afspeelt. Noem voorbeelden.
Slide 10 - Open vraag
Wat kun je zeggen over de omstandigheden van het verhaal? Gebruik steekwoorden.
Slide 11 - Woordweb
Aan het werk
opdracht
maken:
Cursus 3 Fictie, §1 Setting en sfeer.
Opdracht 2 en 3 op blz. 64-65.
Slide 12 - Tekstslide
Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welke drie zaken bepalen de setting en sfeer in een verhaal?