MODETH Les 4 Scheikunde WKOST

Les 4 Scheikunde
Module CHNV

Module theorie
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Scheikunde
Module CHNV

Module theorie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Invulling examentraining 

Herhaling
- Cosmetica

Nieuwe lesstof
- Moleculen en atomen
- Elementen
- Mineralen 
- Verbindingen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • De student kent de bouw van een molecuul en atoom.
  • De student kent de elementen en symbolen.
  • De student kent de mineralen.
  • De student kent de verbindingen.

 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitzicht examentraining

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formatieve toets
Do 24 februari formatieve toets
20 mc vragen

Toets maken en dan examentraining

Alle formatieve toetsen moeten gemaakt zijn om op examen te kunnen!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor de toets
Beauty level 3
Beauty level 2
HF 1 Algemene natuureigenschappen
  1.2 opbouw van de stoffen 
  1.3 indeling van elementen
  1.5 organische en anorganische verbindingen 
  1.7 water 
HF 3 Mengvormen van cosmetische producten 
  3.3 emulsies
HF 4 Grondstoffen in cosmetische producten 
  4.1 plantaardige vetten, oliën en wassen 
  4.2 dierlijke oliën, vetten en wassen
  4.3 minerale vetten en oliën
HF 5 Cosmetische werk- en hulpstoffen 
  5.3 conserveringsmiddelen 
  5.4 hulpstoffen 
   

HF 4 Huid
  4.8 nagels
HF 13 Huidafwijkingen 
  13.3 afwijkingen in de verhoorning 
  13.5 afwijkingen in de bloedvaten
HF 14 Huidaandoeningen 
  14.3 schimmels en gisten 
  14.4 virussen 
  14.10 allergieën
HF 15 Nagel- en haarafwijkingen 
  15.1 nagelafwijkingen 

Beauty level 1
HF 15 Cosmetische hand- en voetbehandeling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schema cosmetica

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synthetische stoffen zijn van natuurlijke afkomst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type vetten zijn lichaamsvreemd?
A
minerale vetten
B
plantaardige vetten
C
dierlijke vetten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geurstoffen beïnvloeden de werking van een cosmetisch product.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een geurstof is een hulpstof. Geurstoffen en kleurstoffen beïnvloeden de werking van een cosmetisch product niet, maar geven het een betere geur of kleur. Conserveringsmiddelen zijn ook hulpstoffen, deze verbeteren de houdbaarheid van een product
Welke twee begrippen horen bij elkaar?
uiterlijk verbeteren
processen in de huid beïnvloeden
stoffen verbinden
kleurstof
emulgator
werkstof

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof komt 
waar vandaan?
bomen, planten of vruchten
stoffen uit de aarde
gemaakt door de mens
plantaardige stof
synthetische stof
minerale stof

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In verzorgende producten zitten meestal plantaardige en dierlijke oliën en vetten verwerkt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

In verzorgende producten tref je meestal plantaardige en dierlijke oliën en vetten aan. Minerale oliën en vetten zitten vaak in reinigende en beschermende producten
Hulpstoffen zijn ALTIJD synthetische stoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hulpstoffen kunnen zowel natuurlijk als synthetisch zijn. Een kleurstof kan bijvoorbeeld gemaakt zijn in een fabriek, zoals tartrazine, dat een gele kleur geeft. Het kan ook gemaakt zijn van natuurlijke producten, zoals de roze kleur uit rode bieten.
Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe beter dit is voor het product
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe minder de werkstoffen hun werk kunnen doen. 
Dit komt omdat het percentage werkstoffen dan lager is. Hierdoor kunnen deze minder hun werk doen. Er mogen daarom niet te veel conserveringsmiddelen in een product zitten. Dit is zelfs vastgelegd in de wet- en regelgeving
Scheikunde
Scheikunde

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdrachten in teams.

MODETH les 4 opdracht 1 elementen
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg atomen, moleculen en elementen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheikunde
Blijvende verandering van dode stoffen.

Indeling:
  • Elementen: metalen / niet-metalen
  • Herkomst: organisch, aardbodem, synthetisch
  • Stoffen met of zonder koolstof

Slide 20 - Tekstslide

Natuurkunde gaat over tijdelijke veranderingen van dode stoffen. Bijv water wordt ijs, maar ijs kan ook weer water worden
Scheikunde gaat over blijvende veranderingen van dode stoffen. Bijv. hout verbrand er ontstaat as. As kan geen hout meer worden.
Een dode stof heeft in tegenstelling tot een levende stof geen levensverrichtingen zoals; beweging, stofwisseling, voortplanting ect.

Opbouw stoffen
Moleculen: Kleinst deel van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen van de stof bezit.
AtomenOpgebouwd uit elementen = kleinste deel van element.
ElementenStoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Deze gaan verbinding met elkaar aan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculen
Kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen bezit.
Bv. suiker 

Slide 22 - Tekstslide

Een molecuul is het kleinste gedeelte van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen van de stof bezit.
BV: je pakt een klontje suiker en breekt dit in zoveel mogelijk stukjes. Zelfs het kleinste korreltje smaakt zoet en bevat nog alle eigenschappen van suiker.
Atomen
Atomen zijn kleine bouwstenen van moleculen die nog herkenbare eigenschappen van de stof bevatten.


Atomen zijn opgebouwd uit:
protonen: positief geladen deeltjes in de kern
neutronen: ongeladen deeltjes in de kern
elektronen: negatief geladen deeltjes in de schillen er omheen


Slide 23 - Tekstslide

Elektriciteit kun je alleen begrijpen als je iets meer weet over atomen en elektronen
Elektronen zijn de dragers van stroom

Elementen
Stoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Deze gaan verbinding met elkaar aan.
  • Elk eigen naam en symbool
     - bijvoorbeeld ijzer (ferrum = Fe) 
  • Te verdelen in  metalen en niet-metalen.

Slide 24 - Tekstslide

Inmiddels zijn er op aarde iets meer dan 100 elementen. 
De elementen hebben elk een eigen naam en worden aangeduid met een symbool; Hoofdletter en eventueel kleine letter.
BV suiker CH2OH opgebouwd uit de elementen; koolstof ( C ), waterstof ( H ) en zuurstof ( O )

Metalen 
Eigenschappen:
- Glanzend en vaste vorm
- Hoog smeltpunt
- Voelen koud aan
- Zijn stroomgeleiders
- Te vervormen door walsen en smeden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metalen 
Calcium = Ca
- Zilverkleurig  
- Snelle reactie met zuurstof en water
- licht schurende werking -> peeling of gebitsverzorgingsproducten. 

Kalium = K
- Blauw / zilverkleurig 
- In cuticle remover, max 5%
- Verbinding -> kaliloog -> zeep  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metalen 
Natrium = Na
- Zilver / grijs van kleur
- Trekt vocht aan
- Waterontharding, zeep of cuticle remover. 

Magnesium = Mg
- Zilverkleurig / wit
- Vocht opnemend, hecht- en dek kracht. 
- gezichtspoeder en tandpasta. 

IJzer = Fe
- Grauw/ zilverachtig van kleur
- Masker en pakkingen  en kleurstof
- Opbouw van rode bloedcellen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metalen 
Koper = Cu
- Roodbruin
- Wond genezend
- Aanmaak collageen -> littekens
- Pigmentatie huid en haar 
- energievoorziening in je lichaam

IJzer = Fe
- Grauw/ zilverachtig van kleur
- Masker en pakkingen  en kleurstof
- Opbouw van rode bloedcellen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet metalen 

Eigenschappen
- Broos en zacht
- Vaste vorm, vloeibare vorm of gasvormig

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet metalen
Chloor = Cl
- Groen / geel gas
- Prikkelende geur
- Desinfecterend -> huid ontsmetten 

Fosfor = P
- Komt voor in alle verbindingen 
- Bouwstof voor je celmembraan
- Komt voor in lecithine 

Fluor = F
- Groengeel gas
- tandpasta en mondwater

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet metalen
Jodium = I
- vast vorm / grijs
- Desinfecterend en activeert de schildklier 
- Zeealgen -> afslankproducten

Koolstof = C
- Diamant -> hardste stof 
- Grafiet -> make-uppotlood 
- Zuiverend, reinigend, ontkleurend op water en plantaardige oliën / vetten. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet metalen
Stikstof = N
- Kleur- en geurloos gas
- Lysings

Waterstof = H
- Kleur- en geurloos gas
- Water eenvoudigste element

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet metalen
Zuurstof = O
- Kleur- en geurloos gas
- Zonder zuurstof geen leven!
- In alle verbindingen voor

Zwavel = S
- gele, vaste, brandstof. 
- Komt voor in eiwitten.
- Antiseptisch (ontsmettend) en keratolytisch (hoornstofsplitsend)
- Producten voor acne

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam goed te laten functioneren.
  • Kan het lichaam niet zelf aanmaken.
  • Halen we uit onze voeding.

  • Kalium 
  • Natrium 
  • Magnesium 
  • Calcium
  • Chroom
  • Koper
  • Broom
  • Fluor
  • Jodium
  • Fosfor
Mineralen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdrachten in teams.

MODETH les 3 opdracht 2 elementen deel 2
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
timer
15:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdrachten in teams. 

MODETH les 4 opdracht 3 verbindingen
timer
20:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding
Bestaat uit meerdere soorten atomen.
Indeling in dode stoffen met/of zonder koolstof.

Organisch: bevat koolstof.
Vaak koolwaterstofverbindingen.
Anorganisch: bevat geen koolstof 


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organische stoffen
Door organisme gemaakt.
Bevat altijd koolstof en waterstof
 
  • Eiwitten
  • Vetten
  • Koolhydraten
  • Alcohol

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol
Eigenschappen
- Vocht onttrekkend, ontvettend, samentrekkend, desinfecterend. 

Toepassing:
- Desinfecteren huid / instrumenten -> 70-80%
- Gezichtswater -> niet hoger dan 20%

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten - proteïnen
Bouwstoffen voor mens en dier.

Bevat de 5 elementen -> koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en zwavel. 

Kunnen niet door de huid worden opgenomen -> wel aminozuren

Crèmes en maskers -> vermoeide huid.

Slide 43 - Tekstslide

Aminozuren
Crèmes en masker
Vermoeide en oudere huid

Stimuleren aanmaak nieuwe cellen
 Eiwitten zijn grote, ingewikkelde moleculen waarin enkele honderden aminozuren aan elkaar zijn gekoppeld. Eiwitten zijn de bouwstoffen voor mens en dier en bevatten de vijf elementen koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en zwavel. In het lichaam vindt voortdurend vervanging van eiwitten plaats. Eiwitten kunnen niet door de huid worden opgenomen, maar aminozuren, de kleinste deeltjes, wel. Deze worden gebruikt in cosmetische producten die opbouw en herstel van de huid stimuleren.
Koolhydraten
Eenvoudige suiker -> glucose of druivensuiker

Spijsvertering afgebroken tot glucose.

Cosmetisch -> verzachtend en zuiverend. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige vetten
Veel onverzadigde vetzuren

Laag smeltpunt -> vloeibaar

Bijv. amandelolie, avacoda-olie, jojoba-olie

Slide 45 - Tekstslide

Plantaardige vetzuren komen het meest overeen met de huid.
Minerale vetten worden gewonnen uit de aardbodem.

Dierlijke vetten
Veel verzadigde vetzuren

Hoog smeltpunt -> vaste vorm

Bijv. rundvet, varkensvet, wolvet, bijenwas


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minerale vetten
Uit aardbodem

Bijv. paraffine, vaseline -> reinigingsmilk

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorganische stoffen
Bevat geen koolstof. 
- uitzondering koolmonoxide en kooldioxide

Bijv: waterstofgas en zuurstofgas


Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorganische stoffen
Ozon:
- waterdampapparatuur, hoogfrequentie app. 
- lage concentratie desinfecterend en blekend

Zouten 

Soda:
- mild ontvettend en verwekend
- water ontharden en in reinigingsproducten 
Keukenzout:
- licht verzepend
- bad en oogwaters

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorganische stoffen
Koolzuurgas
- prikkelende smaak
- bubbels in drankjes

Koolmonoxide
- kleur-, reuk, smaakloos en zeer giftig
- te veel in bloed -> dood

Water
- cosmetica gezuiverde vorm
- oplosmiddel, transportmiddel en bouwstof voor lichaam. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga naar opdrachten in Teams

MODETH les 4 opdracht 4 forms
timer
5:00

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Vul de exitticket in

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week toets CHNV 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies