In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
7.8 Energie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
BEGRIPPENLIJST
broeikaseffect
methaan
zeespiegelstijging
woestijnvorming
duurzame energiebronnen
LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen.
Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst.
Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten.
Slide 3 - Tekstslide
In Spanje nam in 2006 de gierenpopulatie enorm snel af. Het grootschalige gebruik van de ontstekingsremmer diclofenac bij het vee was de boosdoener. Als de gieren kadavers van runderen eten die nog diclofenac bevatten, leggen ze het loodje. In zoogdieren wordt in 12 uur de helft van dit medicijn door de lever afgebroken. De gieren kunnen dit niet. Dit leidt uiteindelijk tot de dood. Voor gieren is 8 mg diclofenac per kg lichaamsgewicht dodelijk. Runderen worden regelmatig behandeld met injecties van 1 mg diclofenac/kg lichaamsgewicht. (2p)Leg uit dat diclofenac voor de runderen niet dodelijk is en voor de gieren wel.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het broeikaseffect?
Slide 5 - Open vraag
De grote broeikas
Slide 6 - Tekstslide
Methaan, broeikasgas #2
Methaan is 25x sterker dan
CO2 en wordt uitgescheiden
door reducenten (baceriën) :
* Koeienscheten
* Oude moerassen (toendra)
* Afgebrand regenwoud
Slide 7 - Tekstslide
Wat is geen(!) consequentie van de toenemende temperatuur van de aarde?
A
Meer regen
B
Zeespiegelstijging
C
Meer aardbevingen
D
Meer woestijnen
Slide 8 - Quizvraag
Het weer wordt extremer
Slide 9 - Tekstslide
Woestijn of regenwoud?
In warme gebieden kunnen zowel tropische regenwouden als woestijnen onstaan.
Bij het kappen van een regenwoud, komt er vaak een woestijn voor in de plaats (woestijnvorming)
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zou je van woestijnen weer tropische regenwouden kunnen maken?
A
Door er pionierplanten te planten en de grond vast te leggen
B
Door er bomen te planten
C
Door de grond te bemesten
D
Door er veel water te storten
Slide 11 - Quizvraag
Overmatige aanvoer van stikstofverbindingen leidt tot sterke algengroei. Door deze sterke algengroei ontstaat een zuurstoftekort in het water. Hoe ontstaat dit zuurstoftekort?
A
De algen maken alle zuurstof op met dissimilatie
B
De algen maken alle zuurstof op met assimilatie
C
Bacteriën maken alle zuurstof op met dissimilatie
D
Bacteriën maken alle zuurstof op met assimilatie
Slide 12 - Quizvraag
organisatieniveaus
abiotische factoren
biotische interacties
evenwicht
draagkracht
voedselketen
???
successie
duurzaamheid
versnippering
kringlopen
Koolstof/stikstof
voedselproductie
eutrofiëring
???
Wat zullen we volgende week in de digitale lessen herhalen? (van dit hoofdstuk)