3.3 Lezen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Elke tekst heeft een inleiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

De inleiding van een krantenartikel heeft meestal een ander lettertype of een andere opmaak.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Teksten die uit twee delen bestaan, komen vaak voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

3.3 lezen, tekst 1 p. 147
Lees tekst 1 verkennend.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de titel van de tekst en de bron. Wat voor soort tekst verwacht je?
A
Een grappige tekst over taartkaarsjes uitblazen.
B
Een beschrijving van de Nederlandse traditie om taartkaarsjes uit te blazen.
C
Een wetenschappelijke uitleg over de gevolgen van taartkaarsjes uitblazen.

Slide 7 - Quizvraag

Ik verwacht in de tekst te lezen dat ik ziek word van de bacteriën op een stuk taart.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

3.3 Lezen, tekst 1
Lees nu de tekst nauwkeurig en maak daarna opdracht 3,4 en 5 online (Talent).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk nog eens tekst 1. Heeft deze tekst een tweedeling of een driedeling?
A
tweedeling
B
driedeling

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Heeft de tekst een twee- of een driedeling?
A
tweedeling
B
driedeling

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de kernzin?

Het regeringsvliegtuig van premier Mark Rutte had dinsdag vier Antilliaanse leguanen aan boord tijdens de terugreis uit het Caribisch gebied. De dieren komen naar Diergaarde Blijdorp in Rotterdam voor een fokprogramma.

A
Het regeringsvliegtuig van premier Mark Rutte had dinsdag vier Antilliaanse leguanen aan boord tijdens de terugreis uit het Caribisch gebied.
B
De dieren komen naar Diergaarde Blijdorp in Rotterdam voor een fokprogramma.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de kernzin?

Het is een uitzondering, uniek, eenmalig, benadrukt Diergaarde Blijdorp. Maar dinsdag mochten vier Antilliaanse leguanen met het regeringsvliegtuig van Rutte meereizen. Zo komen naar Nederland voor een fokprogramma.
A
Het is een uitzondering, uniek, eenmalig, benadrukt Diergaarde Blijdorp.
B
Maar dinsdag mochten vier Antilliaanse leguanen met het regeringsvliegtuig van Rutte meereizen.
C
Zo komen naar Nederland voor een fokprogramma.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de kernzin?
Diergaarde Blijdorp zat met de handen in het haar. Vier hagedissen moesten van het eiland Sint-Eustatius naar Nederland komen, maar veel vliegtuigen wilden de dieren niet meenemen. Er kwam hulp uit onverwachte hoek: premier Rutte zou net op bezoek gaan in Sint-Maarten en hij wilde dieren wel mee terugnemen. En zo kwam het dat de vier Antilliaanse leguanen met het vliegtuig van Rutte naar Nederland vlogen.
A
Diergaarde Blijdorp zat met de handen in het haar.
B
Vier hagedissen moesten van het eiland Sint-Eustatius naar Nederland komen, maar veel vliegtuigen wilden de dieren niet meenemen.
C
Er kwam hulp uit onverwachte hoek: premier Rutte zou net op bezoek gaan in Sint-Maarten en hij wilde dieren wel mee terugnemen.
D
En zo kwam het dat de vier Antilliaanse leguanen met het vliegtuig van Rutte naar Nederland vlogen.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Tekst 2: De Ruijter sluit komst genderneutralemuisjes niet uit
Lees tekst 2 (p.151) verkennend en maak opdracht 10 in tweetallen.

Klaar?
Lees dan tekst 2 nauwkeurig en maak opdracht 11 en 12.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Het programma over broers en zussen vind ik leuk, maar ... over familiegeheimen nog beter.
A
die
B
dat
C
het
D
dit

Slide 27 - Quizvraag

Mijn broer heeft een peperdure nieuwe telefoon. ... heeft hij gekocht op internet. ... kostte bijna duizend euro.
A
dat, het
B
het, dat
C
die, hij
D
die, die

Slide 28 - Quizvraag

Onze poes vangt geen enkele muis, maar ... rent er wel achteraan.
A
ze
B
hij
C
het
D
die

Slide 29 - Quizvraag