BIG -training Aveleijn bijeenkomst 1

BIG-training 
Bijeenkomst 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

BIG-training 
Bijeenkomst 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom

  • Voorstel rondje
  • Wat gaan we behandelen
  • Programma bijeenkomst 1                                                                   

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud training data
1. 22 april 09:00-12:00
2. 20 mei 09:00-12:00
3. 17 juni 09:00-12:00
4. 01 juli 09:00-12:00


Slide 3 - Tekstslide

Inhoud training
1. Vitale functies, bloeddruk, temperatuur en saturatie meten. 
    Zuurstof aansluiten (cilinder / concentrator)
2. Injecteren
3. Katheteriseren, stomazorg, blaasspoelen en neusmaagsonde
     inbrengen
4. Toetsing 




Slide 4 - Tekstslide

Toetsing
  • Bijeenkomst 4 toetsing
  • 3 VTH- handelingen worden getoetst (steekproef)
  • Tijdsduur: totaal 30 minuten per deelnemer                                 (inclusief beoordeling)
  • 2 beoordelaars toetsen tegelijkertijd

Slide 5 - Tekstslide

Programma bijeenkomst 1
  1. Introductie
  2. Vitale functies
  3. Medicatie
  4. Zuurstof, oefenen en aansluiten
  5. Evaluatie en afronding

Slide 6 - Tekstslide

BIG training
BIG geregistreerd:
apothekers; artsen; fysiotherapeuten; gezondheidszorgpsychologen; klinisch technologen;
orthopedagogen; physician assistants; psychotherapeuten;
tandartsen; verloskundigen;
verpleegkundigen.


Verzorgende IG valt er wel onder qua beschermde titel, geen registratie of tuchtrecht

Slide 7 - Tekstslide

Bevoegd maakt bekwaam
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbehouden handeling?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een risicovolle handeling?

Slide 11 - Open vraag

Zuurstof toedienen aan een cliënt is een voorbehouden handeling
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

           Bewust
    
           Onbewust

Slide 13 - Tekstslide

Vitale functies

Ademhaling
Hartslag
Bloeddruk
Bewustzijn
Temperatuur

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ademhaling
  • Gemiddeld 8 tot 12 x per minuut
  • Kan worden beïnvloed door;
  1. Medicatie
  2. Drugs
  3. Stress of pijn
  4. Ziekte zoals COPD
  • Ademhalingsoefeningen, wegnemen van stress of pijn

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je aan een cliënt die benauwd is?

Slide 17 - Open vraag

Benoem soorten ademhaling

Slide 18 - Open vraag

Hartslag
  • Gemiddelde hartslag rond de 70-80 slagen per minuut
  •  Alert zijn op inspanning of op het gebruik van medicatie
  • Kan worden beïnvloed door;
  1. Medicatie 
  2. Hartfalen
  3. Hart en vaatziekten
  4. Pijn en stress
  5. Koorts

Slide 19 - Tekstslide

Bloeddruk
  • Ideale bloeddruk 
  • Patiënt met een lage bloeddruk niet te snel op laten staan
  • Kan worden beïnvloed door;
  1. Medicatie
  2. Hartfalen
  3. Hart en vaatziekten
  4. Pijn en stress
  5. Ongeval/ trauma

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Bewustzijn
  • Helder en adequaat. Niet suf of onaanspreekbaar
  • Wees alert op gebruik slaapmedicatie
  • Kan worden beïnvloed door;
  1. Alcohol of drugs
  2. (slaap) medicatie
  3. Delier
  4. Ongeval/ trauma
  5. Narcose

Slide 22 - Tekstslide

Temperatuur
  • Gemiddelde temperatuur tussen 36.5/ 37.5 graden Celsius
  • Bij ziekte of koorts vocht toedienen
  • Vochtbalans bijhouden
  • Kan worden beïnvloed door;
  1. Koorts 
  2. Aandoening in de hersenen/ temperatuurcentrum 
  3. Hormonaal 



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zuurstof toedienen
  • Neusbril of een zuurstofkatheter met spons
  • Zuurstoftank of zuurstof aggregaat
  • Werk veilig, volgens actueel protocol en richtlijnen
  • Zorgdossier: rapportage & metingen
  • Uitgangswaarden
  • Saturatie < 95% ACTIE



Slide 25 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Zuurstof is brandbaar
B
Zuurstof is verslavend
C
Kortademigheid wordt altijd minder door extra zuurstof
D
Zuurstoftekort veroorzaakt niet altijd kortademigheid

Slide 26 - Quizvraag

Verpleegkundig rekenen
  • Woorden als druk/ atmosfeer/ manometer (= hetzelfde) geven aan op welke stand de meter van de zuurstofcillinder staat
  • Meneer Megens

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video