H3.2 temperatuur meten

H3.2 Temperatuur meten
  • Mobiel uit en in de tas.
  • Ga rustig op eigen plek zitten.
  • wat gaan we doen?
  • Huiswerk controlweren
  • Herhaling H3.1 Ijs, water en waterdamp
  • uitleg H3.2 Temperatuur meten
  • zelfstandig opdrachten maken 
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.2 Temperatuur meten
  • Mobiel uit en in de tas.
  • Ga rustig op eigen plek zitten.
  • wat gaan we doen?
  • Huiswerk controlweren
  • Herhaling H3.1 Ijs, water en waterdamp
  • uitleg H3.2 Temperatuur meten
  • zelfstandig opdrachten maken 

Slide 1 - Tekstslide

Onthoud
• Water komt in de natuur voor:
– als vaste stof: ijs;
– als vloeistof: (vloeibaar) water;
– als gas: waterdamp.
• De drie toestanden waarin je water (en andere stoffen) kunt tegenkomen, noem je fasen.
• Veel vaste stoffen hebben een kenmerkende kristalstructuur. Sneeuwkristallen hebben altijd een zeshoekige structuur.
• Regen en dauw zijn water in vloeibare vorm. Sneeuw, hagel, rijp en ijzel zijn water in de vaste fase.

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
  • je kunt de onderdelen van een vloeistoftemperatuur benoemen.
  • je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
  • je kunt een thermometer in graden Celsius aflezen.
  • je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.  (extra) je kunt uitleggen hoe een bimetaal-thermometer  werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Lees H3.2 op blz. 99 t/m 100
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

wat is temperatuur?

Slide 5 - Tekstslide

Temperatuur meet je met een..
A
dikke teen
B
je tong
C
thermometer
D
meetlat

Slide 6 - Quizvraag

nu aan de slag!
wat: maak de opdrachten:
kader: 1 t/m 9 (blz.101 t/m 105)
GL:       1 t/m11 (blz. 101 t/m 106)
hoe: zelfstandig/ in je werkboek
tijd: 20 minuten
klaar: bestudeer P3!
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Onthoud
• Een vloeistofthermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis met een schaalverdeling.
• De vloeistof in de thermometer zet uit als hij verwarmd wordt. Hierdoor stijgt het niveau in de stijgbuis. Als de temperatuur van de vloeistof daalt, krimpt de vloeistof en daalt het vloeistofniveau.
• De schaalverdeling op een thermometer maak je als volgt:
– Neem als nulpunt (0 °C) het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van smeltend ijs.
– Neem als honderdpunt (100 °C) het niveau van de vloeistof bij de temperatuur van kokend water.
– Verdeel de afstand tussen deze twee punten met streepjes in tien gelijke delen. Tussen de streepjes zit dan telkens een verschil van 10 °C.

Slide 8 - Tekstslide

Onthoud
• Naast vloeistofthermometers zijn er ook oventhermometers en koortsthermometers. Oventhermometers werken met een wijzer en koortsthermometers werken elektronisch.

Slide 9 - Tekstslide