Nova Par. 2.1 Soorten Krachten (wo H32)

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor soort beweging voert de scooter uit?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
dat kun je niet weten

Slide 5 - Quizvraag

Soorten bewegingen

Slide 6 - Tekstslide

Reken om:
50 kg = .......... g
A
0,050
B
0,50
C
5000
D
50 000

Slide 7 - Quizvraag

Vul in:
Je .......... (1) is overal hetzelfde.
Je ..........(2) hangt af van de sterkte van de zwaartekracht.
A
1 = gewicht 2 = gewicht
B
1 = gewicht 2 = massa
C
1 = massa 2 = gewicht
D
1 = massa 2 = massa

Slide 8 - Quizvraag

Reken om:
367 mg = .......... kg
A
0,000367
B
0,367
C
367 000
D
367 000 000

Slide 9 - Quizvraag

Valentina weegt 60 kg.

Wat is ongeveer haar gewicht op aarde? En op de maan?
A
op aarde: 6 N op de maan: 1 N
B
op aarde: 1 N op de maan: 6 N
C
op aarde: 600 N op de maan: 100 N
D
op aarde: 100 N op de maan: 600 N

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Soorten krachten
Lesopdracht:
- Wat: lees de paragraaf 2.1 door, maak opdrachten 2 t/m 7
- Hoe: in stilte, individueel
- Klaar? Begin dan vast aan par. 2.2

Slide 15 - Tekstslide

Wat is NIET een effect van krachten?
A
Snelheid verhogen
B
Richting veranderen
C
Vorm veranderen
D
Voorwerpen aantrekken

Slide 16 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een raket die een bal raakt. Welk effect(en) ondervindt de bal van de kracht van het raket?
A
De bal verandert van snelheid
B
De bal vervormt
C
De bal verandert van snelheid én vervormt
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 17 - Quizvraag

De vervorming van de tennisbal noemen we...
A
elastische vervorming
B
plastische vervorming

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide


Kan je werken met een krachtenschaal?
A
Ja.
B
Nee, ik wil graag wat uitleg over "rekenen" met een krachtenschaal.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is hier de krachtenschaal?
A
1 cm ≙ 5 Newton
B
1 cm ≙ 10 Newton
C
1 cm ≙ 25 Newton
D
1 cm ≙ 100 Newton

Slide 22 - Quizvraag

Krachtenschaal: 1 cm ≙ 30 N.
De krachtenpijl is 4 cm.
Hoe groot is de kracht?
A
7,5 N
B
12 N
C
75 N
D
120 N

Slide 23 - Quizvraag

De krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N
Hoe lang teken je de pijl, die een kracht van 250 N weergeeft?
A
0,2 cm
B
5 cm
C
20 cm
D
50 cm

Slide 24 - Quizvraag

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm ≙ 0,1 N
B
1 cm ≙ 1 N
C
1 cm ≙ 10 N
D
1 cm ≙ 100 N

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide