Week 6 - les 2 - gram z H3

Welkom!
Vrijdag 11 februari
Pak je leesboek en begin te lezen!


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vrijdag 11 februari
Pak je leesboek en begin te lezen!


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Fictie
  • Grammatica zinsdelen H3
  • (grammatica zinsdelen en woordsoorten H2)
  • 3 oefenzinnen - klassikaal
  • Week 8 1e les: gram H2 en H3 af, anders vrijdag 25 na je laatste les afmaken!
  • Stencil extra oefenen

Slide 2 - Tekstslide

3 zinnen - ontleed de zin
  1. Ireen Wust is altijd een uitstekende schaatster geweest.
  2. Hij blijkt een behulpzame buurman te zijn voor mijn vriendin.
  3. Sanne werd gisteren door haar moeder geholpen met haar huiswerk.




Slide 3 - Tekstslide

Werkdoelen blz. 88/89
Havo: 1, 2, 4 en 5.

Vwo: 2, 3, 4 en 5.

Slide 4 - Tekstslide

Welk van deze werkwoorden is GEEN koppelwerkwoord?
A
zijn
B
blijken
C
kijken
D
schijnen

Slide 5 - Quizvraag

Een naamwoordelijk gezegde heeft altijd een lijdend voorwerp.
A
ja, altijd
B
nee, nooit
C
nee, soms

Slide 6 - Quizvraag

Mijn vriend wordt leraar.
A
Deze zin heeft een WG.
B
Deze zin heeft een NG.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de zin?
Mijn vriend wordt leraar.

Slide 8 - Open vraag

Hij gaat naar huis.
A
Deze zin heeft een WG.
B
Deze zin heeft een NG.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de zin?
Hij gaat naar huis.

Slide 10 - Open vraag

Uiteindelijk is ook hij volwassen geworden.
A
Deze zin heeft een WG.
B
Deze zin heeft een NG.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de zin?
Uiteindelijk is ook hij volwassen geworden.

Slide 12 - Open vraag

We hebben voor het reisje een jaar gespaard.
A
Deze zin heeft een WG.
B
Deze zin heeft een NG.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de zin?
We hebben voor het reisje een jaar gespaard.

Slide 14 - Open vraag

Deze oplossing lijkt mij erg goed.
A
Deze zin heeft een WG.
B
Deze zin heeft een NG.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de zin?
Deze oplossing lijkt mij erg goed.

Slide 16 - Open vraag

Maak zelf een zin met een naamwoordelijk gezegde. Schrijf ook op wat het gezegde volgens jou is.

Slide 17 - Open vraag