In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
waarom observeren en waarnemen?
start ondersteuningsplan
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Gestructureerde observatie
Bij een gestructureerde observatie kijk je hoe vaak een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. Iedere keer dat een gebeurtenis plaats vindt zet je een streepje.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Hoeveel sana clauses tellen jullie?
Slide 29 - Open vraag
Ongestructureerde observatie
Bij een ongestructureerde observatie heb je geen doel vast gesteld. Je observeert in zijn algemeenheid.
je schrijft alles op wat je ziet.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
schrijf op alles wat je ziet
Slide 32 - Open vraag
Participerende observatie
Wanneer je zelf deelneemt aan de situatie waarin je observeert heet dat een participerende manier van observeren.
Slide 33 - Tekstslide
Niet-participerende observatie
Wanneer je van een afstand, en niet deel uitmaakt van de situatie, observeert heet dit een niet-participerende manier van observeren.
Slide 34 - Tekstslide
Aan deze valkuilen gedacht?
Eigen mening Te emotioneel betrokken Halo effect horn effect Vooroordeel Projectie
Slide 35 - Tekstslide
Tips bij observeren
geef een zo nauwkeurige mogelijke beschrijving van je waarneming (objectief) Geef een beschrijving van waarneembaar gedrag Legt alle gegevens vast die verband houden met de observatievraag beschrijf de waarnemingen in duidelijk taal