Les 1 - woordbenoemen

Planning
1. Nieuwsquiz van vorige week

2. Lesdoel

3. Waarom moet je iets van grammatica weten?

4. Wat is het verschil tussen woordbenoemen en zinsontleden?

5. Voorkennis activeren


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
1. Nieuwsquiz van vorige week

2. Lesdoel

3. Waarom moet je iets van grammatica weten?

4. Wat is het verschil tussen woordbenoemen en zinsontleden?

5. Voorkennis activeren


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Aan het eind van de les weet je wat het verschil is tussen zinsontleden en woordbenoemen.
- Aan het eind van de les heb je een deel van je voorkennis over de grammatica geactiveerd.

Slide 2 - Tekstslide

grammatica

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video



Zinsontleden
= Ieder stukje zin een naam geven.


Mijn vader | repareert | de auto.





Woordbenoemen
= Ieder woord in een zin een naam geven.

Mijn = bezittelijk voornaamwoord
vader = zelfstandig naamwoord
repareert = werkwoord
de = lidwoord
auto = zelfstandig naamwoord



zinsontleden en woordbenoemen

Slide 5 - Tekstslide

GRAMMATICA ZINSDELEN
GRAMMATICA WOORDSOORTEN
Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Onderwerp
Persoonsvorm
Bijvoeglijke naamwoorden
Lijdend voorwerp
Voornaamwoorden
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Sleepvraag

Lidwoord
Geen lidwoord
De
Het
Een
Voor
Ik
Doen

Slide 7 - Sleepvraag

zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Woordweb

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
blauw
stapelbed
Sanne
waar
waterflesje
Paul
buiten

Slide 9 - Sleepvraag

Zelfstandig naamwoord (znw)
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en gevoel
Namen zijn ook zelfstandig naamwoorden. (bijv. Peter, Hema, TikTok, Groenlo, Afrika)




Slide 10 - Tekstslide

Is 'boom' een znw?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen znw?
A
september
B
Sam
C
Leiden
D
winkelen

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
angst
B
tegen
C
brengt
D
geen één

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in onderstaande zin?

Slide 14 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Maak met de letters van het woord:

anderhalvemetersamenleving

zoveel mogelijk znw.
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

Ik weet wat het verschil is tussen woordbenoemen en zinsontleden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Ik weet welke lidwoorden er zijn in het Nederlands.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik weet wat zelfstandige naamwoorden zijn en kan ze herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide