Je een woord met een hoeveelheid hebt zoals: weinig, iets etc.
- Er is niets wat je kunt doen.
Na de overtreffende trap zonder een zelfstandig naamwoord!
- Dat is het lekkerste wat ik heb gegeten.
Het verwijst naar een andere zin.
- Zijn ouders kochten een hond, wat hij erg fijn vond.