Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat 1.2
Wat betekenen de volgende woorden?
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat betekenen de volgende woorden?
Slide 1 - Tekstslide
De burgemeester is beschuldigd van corruptie.
corruptie
A
wanprestaties
B
overdreven autoritair gedrag
C
omkoping
Slide 2 - Quizvraag
Ik vraag me af of telepathie echt bestaat.
telepathie
A
gevoelens door de telefoon kunnen horen
B
een soort gedachtelezen (op bovennatuurlijke wijze)
C
op verre afstand toch dik bevriend zijn
Slide 3 - Quizvraag
Die talentvolle speler zal daar goed gedijen.
zal goed gedijen
A
zal een grote vriendenkring krijgen
B
het zal hem goed gaan
C
zal zich goed inzetten
Slide 4 - Quizvraag
Europa wil onderzoek naar executies in Tsjetsjenië.
executies
A
militaire marsen
B
het verloren gaan van steden
C
uitvoeringen van doorvonnissen
Slide 5 - Quizvraag
Vind je dat drugsgebruik gedoogd moet worden in ons land?
gedoogd
A
oogluikend toegestaan
B
streng verboden
C
genegeerd
Slide 6 - Quizvraag
Op miraculeuze wijze ontsnapte Nederland aan een nederlaag.
miraculeuze
A
indrukwekkende
B
wonderbaarlijke
C
tactische
Slide 7 - Quizvraag
In die winkelstraat loopt iedere avond rapaille rond.
rapaille
A
tuig
B
jeugd
C
ongedierte
Slide 8 - Quizvraag
Zij wonen in die randgemeente.
randgemeente
A
wijk aan de rand van een stad
B
gemeente die aan een grote stad grenst
C
cirkelvormig gebouwde stad
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb de hele rataplan in de onderste la gelegd.
rataplan
A
fotoboek met oude foto's
B
keurige stapel
C
alle ongeordende spullen, rommel
Slide 10 - Quizvraag
Mijn buurvrouw was op ons feestje prominent aanwezig.
prominent
A
onopvallend
B
opvallend
C
vanzelfsprekend
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent het vetgedrukte woord?
Slide 12 - Tekstslide
1. De overeenkomst is
frappant
.
2. Die leraar is heel
inventief
.
3. Je
flexibel
opstellen.
4. Dat vak is
facultatief
.
5. Die man ziet er
geciviliseerd
uit.
6. Je moet je niet zo
infantiel
gedragen.
7. De show was
magistraal
.
8. Alle medewerkers stellen zich
loyaal
op.
9. Je moet je
mentaal
voorbereiden.
10. De voorstelling was
abominabel
.
treffend
vindingrijk
meegaand
niet verplicht
beschaafd
kinderlijk
heel erg goed
trouw
geestelijk
heel slecht
Slide 13 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Woordenschat vmbo TET 2
Augustus 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Goed gebekt taak 2
September 2020
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Goed Gebekt 2
November 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Goed gebekt deel 1, taak 2
December 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Clusterles woordenschat niveaubepaling
September 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Taaltest
September 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
P4, les 3 - NED FORM 2F+3F
Maart 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
LES 11 Online(woordenboeken efficiënt gebruiken
Oktober 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs