§1.3 Lezen

§1.3 Lezen
Je leert/herhaalt:
• wat een artikel is;
• onderwerp en hoofdgedachte van een tekst benoemen;
 • de opbouw van alinea's herkennen
• de functies van inleiding en slot herkennen

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Lezen
Je leert/herhaalt:
• wat een artikel is;
• onderwerp en hoofdgedachte van een tekst benoemen;
 • de opbouw van alinea's herkennen
• de functies van inleiding en slot herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Artikel
Een artikel is een informatieve tekst met vooral objectieve informatie. In een artikel geeft de schrijver uitleg over een onderwerp. Een artikel wordt ook wel een uiteenzetting genoemd.

Slide 2 - Tekstslide

Een artikel kan:
• een verklaring geven van een verschijnsel, bijvoorbeeld: 
   opwarming van de aarde;
 • het antwoord geven op een feitelijke vraag, bijvoorbeeld: 
    Hoe ontstaat een regenboog? 
• oorzaken en gevolgen behandelen van een probleem, bijvoorbeeld: 
   de toename van ‘gossip-kanalen’ op TikTok
  • uitleg geven over de inhoud en de resultaten van een onderzoek, bijv.
     het leesniveau van jongeren

Slide 3 - Tekstslide

Hoe wordt een artikel ook wel genoemd?
A
verslag
B
betoog
C
uiteenzetting
D
beschouwing

Slide 4 - Quizvraag

Het onderwerp is waar een tekst over gaat. Waar vind je het onderwerp meestal?
A
(onder)titel
B
(onder)titel en/of in de inleiding
C
slotalinea
D
inleiding

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 6 - Open vraag

Onderwerp en hoofdgedachte
• Het onderwerp is waar een tekst over gaat. Je vindt het onderwerp meestal in de (onder)titel van de tekst en/of in de inleiding. Het onderwerp formuleer je in één of enkele woorden.

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt. Meestal vind je de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot. Soms ook moet je de informatie in de inleiding en het slot combineren. Je formuleert de hoofdgedachte in één of twee zinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw alinea: kernzin
Elke (lange) tekst is opgebouwd uit alinea’s. In bijna elke alinea staat een kernzin. 
• belangrijkste informatie van de alinea. De rest van de alinea is een uitleg van de kernzin. 
• soms een vraag
• eerste, tweede of laatste zin van een alinea 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
Antwoord
De kernzin is de eerste zin: ‘Als het … Europa.'
 Wat is de kernzin?

Slide 9 - Tekstslide

Functies van inleiding en slot
De inleiding is ook altijd bedoeld om de aandacht te trekken

Inleiding
Slot
Het onderwerp noemen
Een conclusie of samenvatting geven
De aanleiding noemen
Een advies of waarschuwing geven
De centrale vraag stellen
Een toekomstverwachting uitspreken
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven
Een persoon of personen introduceren
Functies van inleiding en slot

Slide 10 - Tekstslide

Juist of onjuist?: Een betoog heeft meestal een driedeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In de laatste alinea staat nog nieuwe informatie. De tekst heeft dus....
A
een tweedeling
B
een driedeling

Slide 12 - Quizvraag