In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
oefenexamen
Slide 1 - Tekstslide
Een product met al een groot marktaandeel die in een groeiende markt zit waardoor het nog meer marktaandeel kan krijgen. Over welke BCG categorie hebben we het?
A
Dog
B
Star
C
Cashcow
D
Question Mark
Slide 2 - Quizvraag
Het krijgen van erkenning is onderdeel van de behoefte aan sociale contacten in de pyramide van Maslow
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een markt waar veel aanbieders zijn, maar er nog wel een onderscheid is in producten (heterogeen) noemen we...
A
Monopolie
B
Monopolistische Concurrentie
C
Oligopolie
D
Volledige mededinging
Slide 4 - Quizvraag
Op een website lees je het volgende: Restaurants bieden een maandelijks betaalde lidmaatschap aan voor exclusieve kortingen en speciale aanbiedingen. Welk verdienmodel hanteren deze restaurants?
A
Abonnementsmodel
B
Freemiummodel
C
Yieldmodel
D
Transactiemodel
Slide 5 - Quizvraag
Een blauwe bank halen omdat het past in je woonkamer kan een unique buying reason zijn (UBR)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een bioscoop hanteert verschillende ticketprijzen op basis van leeftijdsgroepen, waarbij jongeren en studenten lagere tarieven betalen dan volwassenen. Wat voor soort prijsstrategie past de bioscoop toe?
A
Psychologische prijsstelling
B
Prijsdifferentiatie
C
Prijsdiscriminatie
D
Premium pricing
Slide 7 - Quizvraag
Een bedrijf lanceert een nieuwe reclamecampagne om de naamsbekendheid van hun product te vergroten onder jonge volwassenen. Welk concept beschrijft het specifieke doel dat het bedrijf wil bereiken met deze campagne?
A
Marketingdoelstelling
B
Communicatiedoelstelling
C
Ondernemingsdoelstelling
D
Aandeeldoelstelling
Slide 8 - Quizvraag
Een supermarkt breidt zijn aanbod uit door meer variatie toe te voegen aan bestaande productcategorieën, zoals het introduceren van verschillende smaken frisdrank. Welk begrip beschrijft deze strategie van de supermarkt?
A
Breedte assortiment
B
Diepte assortiment
C
Lengte assortiment
D
Voorraad assortiment
Slide 9 - Quizvraag
Een bedrijf beheert meerdere productlijnen, elk met een unieke merknaam en identiteit. Welk type merkstrategie wordt hier toegepast?
A
A-merk
B
Individueel merk
C
B-merk
D
Huismerk
Slide 10 - Quizvraag
Een supermarkt liet eerst zelf met elektrische busjes de boodschappen bezorgen. Nu schakelen ze een pakketbezorger in, omdat dit uit eindelijk goedkoper uitkomt. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Parallellisatie
B
Specialisatie
C
Differentiatie
D
Integratie
Slide 11 - Quizvraag
Bij welk restaurant moeten de correspondenten het minst langt wachten op hun eten?
A
Restaurant a
B
Restaurant c
C
Restaurant b
D
Restaurant d
Slide 12 - Quizvraag
In welke fase van het marketingproces positioneert een bedrijf het product?
A
Uitvoeren
B
Strategie bepalen
C
Plannen maken
D
Evalueren
Slide 13 - Quizvraag
Welke soort marketing gebruikt een taxibedrijf?
A
Productmarketing
B
Dienstenmarketing
C
Non-profitmarketing
D
Automarketing
Slide 14 - Quizvraag
Een klant die een nieuwe laptop koopt, wordt door de verkoper geadviseerd om ook een bijpassende laptoptas en antivirussoftware aan te schaffen. Welke verkoopstrategie wordt hier toegepast?
A
Upselling
B
Deepselling
C
Multiselling
D
Crossselling
Slide 15 - Quizvraag
Een supermarkt lanceert een huismerk van frisdranken dat direct concurreert met bekende merken zoals Coca-Cola en Pepsi. Welk type concurrentie wordt hier het beste beschreven?
A
Productvormconcurrentie
B
Merkconcurrentie
C
Prijsconcurrentie
D
Prijsconcurrentie
Slide 16 - Quizvraag
Een makelaar start met de verkoop van een nieuwbouwproject. De marketingmedewerker maakt het communicatieplan voor het komende jaar. Op welk planningsniveau maakt de marketingmedewerker plannen?
A
Tactisch
B
Operationeel
C
Strategisch
D
Traditionele
Slide 17 - Quizvraag
Als een grafisch ontwerper zijn of haar diensten aanbiedt op een freelance platform en ingehuurd wordt door een bedrijf is dit een vorm van…:
A
Business to Business
B
Business to Consumer
C
Consumer to Consumer
D
Consumer to Business
Slide 18 - Quizvraag
Het automerk Opel is heel erg populair bij 60-plussers. Welke factor die koopgedrag beïnvloedt is dit?
A
Persoonlijke factor
B
Psychologische factor
C
Culturele factor
D
Sociale factor
Slide 19 - Quizvraag
Als Apple een reclame draait op de grootste Nederlandse zenders ongeacht de kijkers, noemen we dit...