Groep 8 - Les Water

Water     
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Water     

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
We leren wat stofeigenschappen zijn.
We leren welke fases en overgangen stoffen en water hebben.
We leren wat dichtheid is.
We leren over de dichtheid van water.

Slide 2 - Tekstslide

Groepjes
Tafels leeg!
Myra
Fardau
Mias
Jonathan H
Jonathan O
Tim
Boaz
Benedict

Felix
Anniek
Fenne
Alfred
Yannick
Fleur
Loek H
Benjamin
Loek B
Arne
Kore

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we al?
Water

Slide 4 - Tekstslide

Water: eigenschappen
  • Water kunnen we 'herkennen' 
  • => Aan zijn eigenschappen





Slide 5 - Tekstslide

Wat weten we al?
Eigenschappen 
van water

Slide 6 - Tekstslide

Water: eigenschappen
Macroniveau
  • Water kunnen we herkennen aan zijn eigenschappen
  • => Stofeigenschappen

  • Stofeigenschappen zijn de 'kenmerken' van stoffen om ons heen.
  • Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen.

  • Stofeigenschappen blijven hetzelfde als je de hoeveelheid (massa) van de stof verandert.

Slide 7 - Tekstslide

Stofeigenschappen:

  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Dichtheid
  • Brandbaarheid
  • Oplosbaarheid (in water)

Geen stofeigenschappen:

  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 8 - Tekstslide

Water: Fases
  • Vast
  • => ........

  • Vloeibaar 
  • => ........

  • Gas
  • => ........

Slide 9 - Tekstslide

Water: Fases
  • Vast
  • => ijs

  • Vloeibaar 
  • => water

  • Gas
  • => waterdamp
Bevriezen
Smelten
Rijpen
Sublimeren
Condenseren
Verdampen
Gas
Vast
Vloeibaar

Slide 10 - Tekstslide

Waterkringloop

Slide 11 - Tekstslide

Waaruit bestaan stoffen?

Slide 12 - Tekstslide

Moleculen (microniveau)

  • Papier kan kreuken en branden (=stofeigenschap)
  • Als je een vel papier pakt en deze in stukjes knipt, is elk stukje nog van papier, dat kan branden en kreuken
  • Als je 1 stukje pakt en deze nog kleiner maakt, is het nog steeds papier, dat kan branden en kreuken
  • Als je zo'n ieniemie stukje papier pakt en deze nog kleiner maakt, is elk stukje nog steeds papier, dat kan branden en kreuken.
  • Het kleinste deeltje met alle eigenschappen van papier is een papiermolecuul.

Slide 13 - Tekstslide

Moleculen en atomen

Slide 14 - Tekstslide

Molecuulmodel
Een molecuulmodel is een vereenvoudigde 
ruimtelijke weergave van de werkelijkheid.

Slide 15 - Tekstslide

Moleculen bouwen!
  • Werkblad http://chemieleerkracht.blackbox.website/index.php/werkblad-phet-bouw-van-moleculen-2/
  • https://phet.colorado.edu/sims/html/build-a-molecule/latest/build-a-molecule_nl.html. zoek op: 'phet.colorado.edu bouw een molecule'

Slide 16 - Tekstslide

Water moleculen

Slide 17 - Tekstslide

Water: Deeltjes model



  • Hoe hoger de temperatuur hoe snelle moleculen bewegen.

  • Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 18 - Tekstslide

vast
vloeibaar
gas

Slide 19 - Tekstslide

Dichtheid
  • 1 liter vloeistof heeft dus een kleinere massa dan 1 liter vaste stof
  • Van de meeste stoffen is de dichtheid in de vloeibare fase kleiner dan in de vaste fase. 

Laten we kijken hoe dat werkt bij verschillende stoffen....

Slide 20 - Tekstslide

Proefje dichtheid stoffen
A. Wat verwacht je? Hypothese: dit gaat er gebeuren.....

Vul je glas in deze volgorde:
 Per onderdeel 4 eetlepels:
1. 2 water
2. 4 stroop
3. 2 water
4. 4 olie

Voeg dan, in eigen volgorde, de volgende toe: druif, spons, schroefje, dopje.

B. Wat is het resultaat?
C. Waarom is dit zo, denk je?

Slide 21 - Tekstslide

Hypothese
water drijft, rest zinkt, onderdelen drijven

lagen: niet mengen, olie bovenop, strooponder, onderdelen op laag
spons onder
bierdop drijven
drijf op water onder olie

chemische resctie of oplossing
Wat gebeurt er?




Waarom?

Slide 22 - Tekstslide

Proefje dichtheid water
We gaan een ijsklontje in een glas met olie en in een glas met water leggen.
  • A.1 Hypothese: wat denk je dat er meteen gebeurt?
  • B.1 Hypothese: wat denk je dat er na 5 minuten gebeurt?
Voer het proefje uit.
  • A.2 Wat gebeurt er meteen? Is er verschil?
  • A.3 Verklaar wat je ziet.
Na 5 minuten.
  • B.2 Wat gebeurt er na een paar minuten? Is er verschil?
  • B.3 Verklaar wat je ziet.

Slide 23 - Tekstslide

Hypothese
Wat gebeurt er?




Waarom?

Slide 24 - Tekstslide

Water: Dichtheid
  • Watermoleculen in ijs zitten verder van elkaar dan in water: in een rooster!

  • Daardoor is de massa van 1 liter ijs kleiner dan die van 1 liter water

  • De dichtheid van ijs is kleiner dan de dichtheid van water en daarom drijft ijs op water

Slide 25 - Tekstslide

Doelen
We herhalen de dichtheid van water.
We leren wat oppervlaktespanning is.

Slide 26 - Tekstslide

Proefje 'Een vol glas'
We doen munten in een vol glaasje water. 

Hypothese
Hoeveel munten denk je in het glas te kunnen doen voordat het overstroomt?
3, 1/5, 3, 4, 10, 7, 3/5

Wat gebeurt er?




Waarom?

Slide 27 - Tekstslide

Proefje 'Een vol glas'
1. spoel het glas en de munten goed af
2. vul het glas tot de rand met water
3. doe voorzichtig een munt in het midden van het glas
4. herhaal dit met meer munten en let goed op

vraag 2: Wat gebeurt er vlak voordat het glas overstroomt?
vraag 3: Hoeveel munten kunnen er in het glas, voordat het overstroomt?
vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?


Slide 28 - Tekstslide

Proefje 'Natte paperclip'
vul het glas met water
vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je een paperclip op het water legt?
2. leg een paperclip op het water
vraag 2: Wat is er gebeurd?

3. knip een vierkant uit het wc-papier van ongeveer 3 cm lang en 3 cm breed
4. leg het papieren vierkant in het glas water
5. leg de paperclip direct op het papier in het glas
6. duw heel voorzichtig met je vinger het papier onder water
vraag 3: Wat is er gebeurd?
vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?




Slide 29 - Tekstslide

Water: Oppervlaktespanning
Waarom heeft een druppel een ronde vorm? 
  • Watermoleculen trekken elkaar onderling sterk aan. 
-->De moleculen aan het oppervlak hebben geen andere 
watermoleculen meer boven zich.
-->Hierdoor trekken ze nog sterker aan de watermoleculen 
naast en onder zich = oppervlaktespanning.

  • De onderlinge aantrekkingskracht kan groter zijn dan 
bijv. de zwaartekracht. 

Slide 30 - Tekstslide

Water: Oppervlaktespanning
Waar komt de aantrekkingskracht vandaan?
Netwerkstructuur van H-bruggen

Slide 31 - Tekstslide

Proefje 'Speedboot'
1. teken het bootje van het plaatje na (of kopieer het)
2. knip het bootje precies uit
3. leg het bootje voorzichtig op het water

4. doe een druppel afwasmiddel op de achterkant van een potlood
5. zorg dat het bootje met de achterkant naar de rand ligt
6. stip met het afwasmiddel op het potlood in het gaatje van het bootje
vraag 2: Wat gebeurt er?
vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?

Slide 33 - Tekstslide

Proefje 'Speedboot'
We laten een papieren bootje op water drijven. 

Hypothese
Wat denk je dat er gebeurt als je afwasmiddel in het gat van het bootje doet?

Wat gebeurt er?




Waarom?

Slide 34 - Tekstslide

Water: Oppervlaktespanning
https://youtu.be/ztSE4GIOn9g?si=slBvsQEW-8roiDQD
4:50/7:05

Water verontreinigd (afwasmiddel) --> oppervlaktespanning verdwijnt, H-bruggen verdwijnen.
=>de moleculen kunnen vrij bewegen ook in de bovenste laag. 
=>kunnen alleen achteruit
=>hierbij zetten ze het bootje af.

Het lukt niet een tweede keer, omdat het water dan al verontreinigd is en de moleculen overal even hard bewegen.


Slide 35 - Tekstslide