Week 13 - les 1 - gram Z H5

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Weekdoelen week 10/11 en 12 ingeleverd?
  • Weekdoelen week 13:
  • Gram z H5
  • havo: maken opdr. 1, 2, 4
  • vwo: maken opdr. 2, 3 en 4
  • Coahgesprekken gaan gewoon door, alleen dan online

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp van de zin: De artiest toonde zijn kunsten aan een enthousiast publiek.

Slide 3 - Open vraag

Mevrouw Snoeij werkt vandaag helaas thuis. Deze zin heeft ... lijdend voorwerp
A
wel
B
geen

Slide 4 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp
  • Staat niet in elke zin
  • Is een persoon
  • Kan beginnen met 'aan' of 'voor' maar hoeft niet.
  • Je moet 'aan' en 'voor' in de zin kunnen plaatsen, of juist weg kunnen laten
  •  Aan/voor wie + wg + ow + lv

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
De artiest toonde zijn kunsten aan een enthousiast publiek.
pv: toonde
ow: de artiest
wg: toonde:
lv: zijn kunsten
aan/voor wie toonde de artiest zijn kunsten?
=> een enthousiast publiek

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp?
Dat heb ik je gisteren uitgelegd!

A
Dat
B
Ik
C
Je
D
Er is geen MV

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
A
Aan wie / Voor wie + wg?
B
Wie of wat + wg + o?
C
Wie of wat + wg + o + lv
D
Aan wie / Voor wie + wg + o + lv?

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin heeft geen meewerkend voorwerp?
A
Je moet je slippers aan de waterkant laten staan.
B
Marlies heeft voor haar moeder bloemen meegenomen.
C
Neem je een glaasje water voor me mee?
D
Ik heb na afloop iets lekkers voor de kinderen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp van de zin: De ober heeft voor Jan een glas verse jus d'orange ingeschonken.

Slide 10 - Open vraag

Ik geef hem een bosje bloemen. Meewerkend voorwerp =
A
ik
B
hem
C
een bosje bloemen

Slide 11 - Quizvraag

Heeft elke zin een meewerkend voorwerp?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Benoem pv, ow, wg, lv en mv bij de volgende zin: mevrouw Snoeij geeft Lv1B tijdens de les een groot compliment

Slide 13 - Open vraag

Weekdoelen - aan de slag!
Weekdoelen week 13:
Gram z H5
havo: maken opdr. 1, 2, 4
vwo: maken opdr. 2, 3 en 4

Slide 14 - Tekstslide