3 vmbo-b Toets thema 1 Organen en cellen BVJ MAX 22/23 LB
oefen toets Thema 1 Organen en cellen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
oefen toets Thema 1 Organen en cellen
Slide 1 - Tekstslide
De volgende 3 vragen gaan over deze afbeelding.
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor cel is de cel in afbeelding 1 (zie vorige blz.)
A
dierlijke cel
B
plantaardige cel
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet het deel dat is aangegeven met de letter P?
A
celkern
B
cytoplasma
C
vacuole
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de functie van de celkern?
Slide 5 - Open vraag
Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde van laag naar hoog (klein naar groot). De eerste is al voorgedaan.
1 - cel
2
3
4
5
orgaan
orgaanstelsel
organisme
weefsel
Slide 6 - Sleepvraag
Lees de tekst op de vorige bladzijde over Hulst. Een blad is een voorbeeld van een
A
orgaan
B
orgaanstelsel
C
weefsel
Slide 7 - Quizvraag
Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende 2 vragen.
Slide 8 - Tekstslide
Kijk naar afbeelding 3 op de vorige bladzijde. Bij welk orgaanstelsel hoort het orgaan dat is aangegeven met de letter P?
A
bij het ademhalingsstelsel
B
bij het bloedvatenstelsel
C
bij het verteringsstelsel
Slide 9 - Quizvraag
Ligt het orgaan met de letter S boven of onder het middenrif? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open vraag
Deze tekst heb je nodig voor de volgende 3 vragen.
Slide 11 - Tekstslide
Zie je in afbeelding 4 (Verwarring over cellen) een voorbeeld van een orgaan of een weefsel?
A
orgaan
B
weefsel
Slide 12 - Quizvraag
Wie heeft gelijk: Casper of zijn klasgenoot (uit de tekst 'Verwarring over cellen')? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open vraag
Een mens is een levend wezen. Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
dier
B
organisme
Slide 14 - Quizvraag
Welk soort groei stopt rond je 18e jaar?
A
geestelijke groei
B
lichamelijke groei
Slide 15 - Quizvraag
Sam koopt een nieuwe broek, want de oude is te klein geworden. Bij welk soort ontwikkeling hoort dit?
A
geestelijke ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
Slide 16 - Quizvraag
Jasmila vertaalt een liedje dat ze mooi vindt om haar Engels te oefenen. Bij welk soort ontwikkeling hoort dit?
A
geestelijke ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
Slide 17 - Quizvraag
Iris heeft een preparaat gemaakt van een bananenblad (zie afbeelding 5)
Slide 18 - Tekstslide
Hoe heet het onderdeel van de microscoop waar Iris het preparaat op legt?
A
objectief
B
statief
C
tafel
Slide 19 - Quizvraag
Zet de onderdelen van een preparaat in de juiste volgorde. Gebruik daarbij de woorden: dekglas - materiaal dat je wil bekijken- voorwerpglas. Begin met wat onderop ligt.
Slide 20 - Open vraag
Deze afbeelding heb je nodig voor de volgende 4 vragen.
Slide 21 - Tekstslide
Kijk naar de cel in afbeelding 6. Nummer 1 is
A
celkern
B
celmembraan
C
cytoplasma
Slide 22 - Quizvraag
Kijk naar de cel in afbeelding 6. Nummer 2 is
A
celkern
B
celmembraan
C
cytoplasma
Slide 23 - Quizvraag
Kijk naar de cel in afbeelding 6. Nummer 3 is
A
celkern
B
celmembraan
C
cytoplasma
Slide 24 - Quizvraag
De cel in afbeelding 6 is afkomstig van een dier. Waaraan kan je zien dat het geen plantaardige, maar een dierlijke cel is? Geef 2 celkenmerken.
Slide 25 - Open vraag
Bart is 15 jaar en kookt een maaltijd voor zijn ouders.
Hij braadt gehaktballen in een pan.
Als hij ziet dat de gehaktballen een mooi korstje hebben, zet hij het vuur laag.
Na een kwartiertje zijn de gehaktballen klaar.
Slide 26 - Tekstslide
Is de braadpan levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 27 - Quizvraag
Is een gehaktbal levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos
Slide 28 - Quizvraag
In welke levensfase zit Bart?
A
adolescent
B
puber
C
schoolkind
Slide 29 - Quizvraag
Deze afbeelding heb je nodig bij de volgende 2 vragen.
Slide 30 - Tekstslide
Kijk naar afbeelding 7 op de vorige bladzijde. Geef een voorbeeld waarbij het levenskenmerk 'reageren op prikkels' te zien is.
Slide 31 - Open vraag
Kijk nog een keer naar afbeelding 7. Geef nu een voorbeeld waarbij het levenskenmerk 'beweging' bij Bart te zien is