Aan het eind van de les ken je de regels voor een zakelijke e-mail, heb je een paar brieven geanalyseerd en ben je gestart met de brief aan de gemeente
Slide 4 - Tekstslide
Zakelijke e-mail
Waar denk je dan aan?
Welke regels?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Zakelijke e-mail
Tekstdoel: overtuigen
Gericht (let op positie of belang van de lezer)
Toon / stijl (beleefd, niet-emotioneel, zakelijk, niet te lang)
Briefconventies (bijv. aanhef en afsluiting, lay-out)
Correct: spelling
Duidelijk: lezer weet wat hem / haar te doen staat
Slide 7 - Tekstslide
Let op signaalwoorden!
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat valt je op?
Slide 10 - Tekstslide
Wat valt je op?
Slide 11 - Tekstslide
Let dus op:
zakelijke uitstraling van je brief
de beoogde lezer: dat is geen organisatie, maar een medewerker
spelling, vooral van werkwoorden
interpunctie: beëindig een zin met een punt
formuleren: een iPhone is geen persoon en vertoont dus geen gedrag
Slide 12 - Tekstslide
Oefenopdracht
Je leest eerst het document "Voor TEA 1_Regels zakelijke e-mail" bij Bestanden/Lesmateriaal
Daarna schrijf je een brief aan de gemeente over de onveilige verkeerssituatie rond het Cals College.
Opdrachtbeschrijving bij Bestanden/Lesmateriaal
Inleveren via Teams Opdrachten, uiterlijk 30-9, om 09.00 uur.