Welvaart H2 2.9 t/m 2.15

Wat was de factorproductiviteit ook al weer?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat was de factorproductiviteit ook al weer?

Slide 1 - Open vraag

De productiefunctie

Y* = A (K, L)
A, K en L zijn positieve getallen. 
Y* = omvang potentiële productie/bbp
L = hoeveelheid arbeid (labour)
K = hoeveelheid kapitaal
A = Factorproductiviteit
Arbeidsproductiviteit
  • Y*/L
Kapitaalproductiviteit
  • Y*/K

Slide 2 - Tekstslide

Afnemende meer opbrengsten

Extra productie die ontstaat als gevolg van het inzetten van één extra eenheid van de variabele productiefactor (arbeid of kapitaal) bij een gelijkblijvende omvang van de andere productiefactor kapitaal of arbeid). 


Bijvoorbeeld Pizzakoeriers bezorgen op gewone fietsen. Elektrische fietsen worden ingezet --> eerste fiets voor de bezorgingen die het verste weg zijn. --> de tweede fiets levert al minder op dan de eerste fiets enzovoort. 

Slide 3 - Tekstslide

Afnemende meeropbrengsten
van arbeid bij een vaste hoeveelheid kapitaal. 

Bijvoorbeeld als mensen worden aangenomen. De eerste persoon krijgt een opdracht wat het meeste oplevert voor het bedrijf (bijvoorbeeld meeste leveringen in een gebied in de stad). 

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit of het toevoegen van arbeid altijd zorgt voor een stijging van de productie.

Slide 5 - Open vraag

Y* = A (K, L) Waar staat de A ook alweer voor?

Slide 6 - Open vraag

Op welke manier kunnen we het potentiële bbp vergroten?

Slide 7 - Open vraag

Structuurbeleid
Potentiële bbp verhogen 
  • Hoeveelheden arbeid en kapitaal vergroten of de factorproductiviteit. 

Slide 8 - Tekstslide

Welk probleem doet zich nu voor bij het vergroten van de productiefactor arbeid?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent intertemporele ruil ook al weer?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag
Lezen + begrippen markeren: §2.2.2 t/m §2.3
Maken: 2.9 t/m 2.15 (eerst 2.6 t/m 2.8)
Klaar? Nakijken!

Slide 11 - Tekstslide