Suikerspiegel, immuniteit en bloedgroepen

Suikerspiegel, immuniteit en bloedgroepen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Suikerspiegel, immuniteit en bloedgroepen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat ons lichaam

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat je lichaam?
Van klein naar groot:
  • Cellen
  • weefsels
  • Organen
  • Orgaanstelsels
  • Organismen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsels

  • Verteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel
  • Uitscheidingsstelsel
  • Zenuwstelsel
  • Hormoonstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je aan energie?
Door samenwerkende orgaanstelsels
Verteringsstelsel:
Voedingsstoffen (glucose)
Ademhalingsstelsel:
Zuurstof
Bloedvatenstelsel:
Vervoert glucose en zuurstof 
naar je cellen, alwaar verbranding plaatsvindt, dat levert energie op.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding van glucose:


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afvalstoffen
Je lichaam moet de afvalproducten van verbranding weer kwijt. Dat kan via longen, nieren en huid.
Op de afbeelding zie je welk orgaan welke afvalstoffen afvoert.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeling van het glucosegehalte

In de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans, groepjes cellen die de hormonen glucagon en insuline maken. 

Deze twee hormonen regelen het glucosegehalte van het bloed.

Slide 8 - Tekstslide

Uw lichaam gebruikt het hormoon insuline om de glucose (bloedsuiker) in uw lichaamscellen opgenomen te krijgen. Die cellen zetten de glucose vervolgens om in energie. Daardoor is het mogelijk om na te denken en te bewegen. Je lichaam is dus continue bezig om de juiste hoeveelheid glucose in het bloed te krijgen

Regeling van glucose
  • Glucose is een brandstof voor cellen.
  • Regeling gebeurt door 2 hormonen
  • Insuline en Glucagon

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline
  • Teveel glucose in je bloed (na het eten)  -> insuline

  • Glucose-gehalte gaat omlaag.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

glucagon
  • Te weinig glucose in je bloed         -> glucagon.

  • Glucose-gehalte gaat omhoog

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bijnieren produceren adrenaline.
  • Adrenaline komt vrij bij woede, angst en schrik. Het heeft een snelle, korte werking.
  • Onder invloed van adrenaline wordt glycogeen in de lever en in spieren omgezet in glucose. Hierdoor stijgt het glucosegehalte van het bloed.
  • Ook versnellen de hartslag en de ademhaling door adrenaline.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke actieve immuniteit
Jij bent ziek geweest 

Je witte bloedcellen hebben
 actief antistoffen 
aangemaakt tegen 
die ziekte
Actieve immunisatie 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke passieve immuniteit
Baby krijgt via moedermelk de antistoffen 

Je witte bloedcellen maken 
zelf geen antistoffen (passief)
Passieve immunisatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstmatige actieve immuniteit
Je wordt ingeënt met een vaccin

Vaccin zijn dode ziekteverwekkers
Je wordt dan niet ziek, 
maar je witte bloedcellen
maken wel actief antistoffen

Actieve immunisatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstmatige passieve immuniteit
Gebeten door een giftig of hondsdol dier/slang?

Dan krijg je een SERUM = met antistoffen
Je witte bloedcellen maken zelf geen antistoffen (passief)
Passieve immunisatie 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opruimen van ziekteverwekkers
(Langzame weg)
1.Ziekteverwekker komt binnen
2. Witte bloedcellen zoeken passende antistof.
3. Witte bloedcel met de juiste antistof gaat delen en maakt heel veel antistoffen.
4. Antistoffen maken ziekteverwekkers onschadelijk, die worden opgeruimd door de vreetcellen 

Tijdens het zoeken van de juiste antistof word jij ziek, dit duurt een tijdje

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geheugencel
Een van de cellen (2) die antistoffen maakte word bewaard als geheugen-cel.
Dit om volgende keer als het antigeen binnen komt snel de juiste antistoffen te maken.

Je ben immuun  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaccinatie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica tegen ziekteverwekkers?
Antibiotica bestrijdt bacteriën door de celwanden kapot te maken.
Bacteriën kunnen resistent worden --> dan werkt de antibiotica niet meer.

Dit werkt niet voor virussen 
want die hebben geen celwand.




Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergisch of hooikoorts
Je lichaam reageert extreem gevoelig op stoffen waar gezonde mensen niet op reageren--> afweerreactie


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een auto-immuunziekte?
Je eigen witte bloedcellen herkennen lichaamseigen cellen niet meer.

Je maakt antistoffen aan tegen eigen cellen en ruimt ze op.

voorbeeld: diabetes 1 en reuma

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroepen


Bloedgroepen
  • De antigenen van de rode bloedcellen heten bloedfactoren
  • De bloedgroep wordt bepaald door welke bloedfactor er is.
  • Bloedgroep A heeft bloedfactor A en antistof B 
  • Bloedgroep B heeft bloedfactor B en antistof A 
  • Bloedgroep AB heeft bloedfactor A en B en geen antistoffen 
  • Bloedgroep 0 (nul) heeft geen bloedfactor en antistof A en B 
  • Bloedgroep is erfelijk.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedtransfusie
Bloedgroepen

Als het bloed van de ontvanger antistoffen bevat tegen de bloedfactoren van de donor dan gaat het bloed klonteren!!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroepbepaling

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloed
antigeen
antistof
Rh+
resus
-
Rh-
-
anti-resus
na contact met Rh+ bloed
De resusfactor: (resusantigeen) is een bloedfactor Rh- of Rh+
Resusnegatief kan antistof maken tegen resus (antiresus) alleen als er contact is geweest met Rh+ bloed!!!


De antistoffen tegen de resusfactor gaan we pas aanmaken na een eerste besmetting!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resusfactor bij zwangerschap van baby met Rh+ en moeder Rh-
resuskindje!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C    Want bloedgroep AB heeft geen Anti-A én geen anti-B
Donor heeft bloedgroep A, anti-B

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies