Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1H1 woensdag 28 juni 2023
Welkom!
Welkom 1Havo1
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welkom 1Havo1
Slide 1 - Tekstslide
Programma van de les 1 Havo 1
woensdag 28 juni
Programma:
Opening
Aanwezigheid
Huiswerk nakijken opdracht 1,2 en 4 t/m 8 op bladzijde 241
Herhaling cursus 6 formuleren
Afsluiting
Lesdoel:
Ik weet wat ik moet doen voor de toets van maandag
Slide 2 - Tekstslide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden : herhaling
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer gebruik je het verwijswoord hen? Sowieso bij meervoud!
Vaak worden hen en hun verkeerd gebruikt.
Hen
gebruik je als lijdend voorwerp:
Ik | help |
hen
| liever niet | met wiskunde.
O pv lv bwb bwb
Hen
gebruik je na een voorzetsel.
Ik geef aan
hen
een cadeau.
zww vz blw zn
Luister eens!
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer gebruik je het verwijswoord hun?
Hun
gebruik je als bezittelijk voornaamwoord. Dat is wanneer iets van iemand is (bezit).
Dat is
hun
auto
. Hun is hier een bezittelijk voornaamwoord, want het geeft aan van wie de auto is.
Hun
gebruik je ook als meewerkend voorwerp
zonder
voorzetsel: dus als
aan
en
voor
niet in de zin staan.
Ik geef
hun
een cadeau. maar: Ik geef
aan hen
een cadeau.
Luister eens!
Slide 6 - Tekstslide
Dat of wat?
Dat
gebruik je als je verwijst naar het-woorden. Zie hiervoor par. 2.
Wat
gebruik je om te verwijzen naar:
dat of datgene:
Dat wat
je nu zegt, lijkt mij niet waar.
alles, niets, iets, het enige:
Alles wat
hij zegt is waar/
Niets
van
wat
hij zegt is waar.
een overtreffende trap (mooi-mooier-mooist): Het
mooiste wat
er is.
Een hele zin: Marije eet altijd pizza,
wat
niet heel gezond is.
Luister eens!
Slide 7 - Tekstslide
Waar + voorzetsel of voorzetsel + wie?
Als je verwijst naar dieren of dingen verwijs je met
waar + een voorzetsel
:
De hond
waarmee
ik loop is lief.
Het huis
waarover
ik je vertelde is verkocht.
Als je verwijst naar een mens dan gebruik je een
voorzetsel + wie:
Het meisje
op wie
ik verliefd ben, loopt daar.
Luister eens!
Slide 8 - Tekstslide
Trappen van vergelijking
Slide 9 - Tekstslide
Theorie: Trappen van vergelijking
Er zijn drie trappen van vergelijking:
De stellende trap: Jij fietst
hard
.
De vergrotende trap: Jij fietst
harder
.
De overtreffende trap: Jij fietst het
hardst
.
Kijk voor de regels op blz. 240 van je boek.
Slide 10 - Tekstslide
'.... als mij' of '... dan ik'?
'
Als
' gebruik je bij een
stellende
trap (als iets
gelijk
is).
Jij bent net zo
oud als
ik. Hij vindt het net zo leuk als ik.
'
Dan
' gebruik je bij een
vergrotende
trap (als iets meer of minder is).
Jij bent
ouder
dan
ik. Jij bent
jonger
dan
ik.
De juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord (jij, mij, hij, hem etc.) vind je door de zin langer te maken.
Jij bent net zo oud als
zij /haar?
> jij bent net zo
oud
als zij (is).
Jij bent ouder dan
ik /mij ?
> jij bent ouder
dan ik ben.
Luister eens
Slide 11 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Maken opdracht 1,2 en 4 t/m 8 op bladzijde 241
Slide 12 - Tekstslide
Herhaling
Lees de theorie op bladzijde 229 t/m 241
Kijk of je daar nog vragen over hebt
https://www.cambiumned.nl/stijl/formuleren/
foutieve verwijswoorden dat/als
https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/
persoonsvorm lijdend voorwerp meewerkend voorwerp
https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/test-jezelf/
Slide 13 - Tekstslide
evaluatie
Je kunt de trappen van vergelijking correct gebruiken in combinatie met
als
en
dan
.
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1H2 woensdag 28 juni 2023 les 1
Juni 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H5 + H6
Mei 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
paragraaf 6 als/dan, ik/mij deel 2 na PPt
Maart 2020
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren par. 5
Maart 2020
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Uitleg: zinsontleding, lastige verwijswoorden en trappen van vergelijking
Juni 2020
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1H1 donderdag 22 juni 2023
Juni 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Theorie en opdrachten week 41 H4
Oktober 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
1H2 maandag 26 juni 2023
Juni 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1