5.1 Energieomzettingen & Dilemma's

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur


Nooit! 
Oordopjes in 
Gooien + Rotzooi maken + Klooien
Eten/drinken 
Mutsen op / Jassen aan / Tassen op tafel  
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur


Nooit! 
Oordopjes in 
Gooien + Rotzooi maken + Klooien
Eten/drinken 
Mutsen op / Jassen aan / Tassen op tafel  

Slide 1 - Tekstslide

Pak a.j.b. je spullen:

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Begin 5.1: Energieomzettingen & Dilemma's

  • Energiestroomdiagrammen
  • Demo energieomzettingen
  • Dilemma's over duurzaamheid
  • Begin onderzoeksvraag poster

Slide 3 - Tekstslide

Stoelen op tafel zetten a.j.b.!

Slide 4 - Tekstslide

Welke soorten energie
ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Energie-
omzettingen
Energiestroomdiagram

Slide 7 - Tekstslide

Duurzaamheidsdilemma's
  • Luisteren: Probeer de ander te begrijpen
  • Spreken: Rustig argumenten geven,
    als je druk of emotioneel wordt: Even stoppen. 
  • Je hoeft niet te winnen!
  • Niet bij je vriendjes: Eerlijk kiezen en lopen;
    Verdedig je mening duidelijk en stoer
  • Tussendoor even snel husselen

Slide 8 - Tekstslide

Bij de aanschaf van een nieuw apparaat let ik op de duurzaamheid van dit apparaat.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 9 - Poll

Ik vind het niet erg om meer geld uit te geven aan een duurzaam product, ook al kan ik hetzelfde product goedkoper (maar minder duurzaam) krijgen.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 10 - Poll

Vegetarisch eten zou meer gestimuleerd moeten worden.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 11 - Poll

Ik ben bereid om met het OV te reizen, omdat dit beter is voor het milieu.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 12 - Poll

Op vakantie gaan mijn familie en ik expres niet met het vliegtuig omdat dit te vervuilend is.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 13 - Poll

De opwarming van de aarde is een overdreven verhaal.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 14 - Poll

Er zouden in Nederland meer kerncentrales gebouwd moeten worden.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 15 - Poll

Ik vind recyclen belangrijk en sorteer mijn afval altijd.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 16 - Poll

Er zouden in Nederland meer windmolens gebouwd moeten worden.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 17 - Poll

Ik vindt het niet erg om in tweedehands kleding te lopen omdat dit duurzamer is.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 18 - Poll

Ik douche kort en met lauw/koud water om energie te besparen.
1. helemaal oneens
2. beetje oneens
3. neutraal
4. beetje mee eens
5. helemaal mee eens

Slide 19 - Poll

Onderzoek: Duurzaamheid
Iedere week 1 lesuur, de rest thuis doen:
1. Opstellen van een onderzoeksvraag.
2. Verzamelen van bronnen om de onderzoeksvraag te beantwoorden
en begin maken aan het verslag. 
3. Uitvoeren van het onderzoek en beantwoorden van de onderzoeksvraag. 
4. Maken van de poster. De poster wordt gebaseerd op het onderzoek wat je hebt uitgevoerd. 
5. Presenteren van je onderzoek. (week 2, na de Kerstvakantie)

Slide 20 - Tekstslide

Onderzoeksvraag?
  • Onderzoek iets wat energie bespaart
  • Wees specifiek, waar gaat het precies om?

  • Maak het meetbaar, zorg dat je weet wanneer jouw onderzoeksvraag beantwoord is. Antwoord in J, kWh, jaar, liter aardolie, €, andere eenheid.
  • Als je een idee hebt, zoek dan al op of je bronnen kan vinden. Zo niet?
    Dan is een ander onderwerp wellicht handiger.

  • Maak het jezelf niet te lastig! Je onderzoek moet wel haalbaar zijn. 



Het onderzoek dat je gaat doen is vooral literatuuronderzoek, dus via informatie op internet. Maar je zou ook een deel van je onderzoek een praktisch natuurkundeonderzoek kunnen laten zijn.





Voorbeelden van onderzoeksvragen:



Als ik zonnecellen op mijn dak plaats, binnen hoeveel tijd hebben die zich terugverdient?



Hoeveel energie kost het persoon om met het vliegtuig naar Parijs te gaan? En hoeveel keer minder per persoon met de auto? En hoeveel keer minder per persoon met de trein?



Hoeveel zonnepanelen heb je nodig om gedurende een jaar een even groot vermogen te leveren als één windmolen en welke verdient de kosten sneller terug?



Hoeveel uitstoot (CO2, Stikstof) verminder ik per jaar, als ik stop met vlees eten?



Hoeveel km² komt er in Nederland vrij als er geen dierlijke producten mee geproduceerd worden? Hoeveel keer meer ruimte levert dit op voor natuurgebieden vergelijken met hoeveel km² er nu is?



Hoeveel energie bespaar ik per jaar als ik 3 graden kouder ga douchen?


Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden onderzoeksvraag
  • Als ik zonnecellen op mijn dak plaats, binnen hoeveel tijd hebben die zich terugverdiend?
  • Hoeveel energie kost het per persoon om met het vliegtuig naar Parijs te gaan? En hoeveel keer minder per persoon met de auto? En hoeveel keer minder per persoon met de trein?
  • Hoeveel zonnepanelen heb je nodig om een even groot vermogen te leveren als één windmolen en welke verdient de kosten sneller terug?
  • Hoeveel energie bespaar ik per jaar, als ik stop met vlees eten?
  • Hoeveel energie wordt er bespaard als er in Nederland geen dierlijke producten meer geproduceerd worden?
  • Hoeveel energie bespaar ik per jaar als ik 3 graden kouder ga douchen?
  • Hoeveel aardolie wordt er bespaard als 75% van het kantoorpersoneel in Nederland thuis gaat werken?





Het onderzoek dat je gaat doen is vooral literatuuronderzoek, dus via informatie op internet. Maar je zou ook een deel van je onderzoek een praktisch natuurkundeonderzoek kunnen laten zijn.





Voorbeelden van onderzoeksvragen:



Als ik zonnecellen op mijn dak plaats, binnen hoeveel tijd hebben die zich terugverdient?



Hoeveel energie kost het persoon om met het vliegtuig naar Parijs te gaan? En hoeveel keer minder per persoon met de auto? En hoeveel keer minder per persoon met de trein?



Hoeveel zonnepanelen heb je nodig om gedurende een jaar een even groot vermogen te leveren als één windmolen en welke verdient de kosten sneller terug?



Hoeveel uitstoot (CO2, Stikstof) verminder ik per jaar, als ik stop met vlees eten?



Hoeveel km² komt er in Nederland vrij als er geen dierlijke producten mee geproduceerd worden? Hoeveel keer meer ruimte levert dit op voor natuurgebieden vergelijken met hoeveel km² er nu is?



Hoeveel energie bespaar ik per jaar als ik 3 graden kouder ga douchen?


Slide 22 - Tekstslide

Werken in groepje aan onderzoek
  • Vorm groepje (tweetal en waar iemand over is drietal)

  • Ga aan de slag om een onderzoeksvraag te kiezen
    brainstorm/overleg met je partner

  • Morgen: Laptop mee om te kijken of je vraag haalbaar is.

  • Morgen: Goeie onderzoeksvraag kiezen en laten controleren.


Slide 23 - Tekstslide

Stoelen op tafel zetten a.j.b.!

Slide 24 - Tekstslide