Les 65 - Lezer overtuigen---betogende tekst

Betoog
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vragenrondje
Waar gaat een betogende tekst over?
Wat is het doel van een betoog?

Waarmee verdedig je jouw standpunt?
feiten, redenen en voorbeelden

Wat zijn tegenargumenten?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe schrijf je een betoog? 
  1. Bepaal je standpunt. Wat is je mening? Maak het concreet.
  2. Verzin argumenten die je standpunt ondersteunen

  • Wie wil ik overtuigen?
  • Wat vindt diegene echt belangrijk bij dit onderwerp?
  • Hoe kan ik aantonen dat mijn mening juist is?
  • Welke informatie heb ik?

3. Verdiep je in de tegenargumenten
Welke redenen heeft de lezer om het niet met mij eens te zijn?
Waarom zijn mijn argumenten belangrijker dan de tegenargumenten?

4. Kies welke argumenten je gaat gebruiken en bedenk of je tegenargumenten wilt noemen. Kies de overtuigendste argumenten

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je een betoog?
  • Wat is een schrijfplan? Waar bestaat het uit?

  • Waar staan de argumenten in een betoog? Wat is de volgorde van de argumenten?
  • De argumenten staan in het middenstuk

  • Waaruit bestaat de inleiding in een betoog?
  • Onderwerp en standpunt

  • Wat staat er in het slot van een betoog?
  • In het slot vat je kort samen waarom jouw standpunt juist is

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld schrijfplan
Onderdeel
Deelonderwerp
Inhoud
Inleiding
Opening, standpunt
-
Middenstuk
1e argument voor
Middenstuk
2e argument voor
Middenstuk
3e argument voor
Middenstuk
Tegenargument
Middenstuk
Weerlegging
Slot
 Conclusie en afronding

Slide 6 - Tekstslide

Laten we het schoolfeest buiten organiseren! [titel]

Op 20 juni organiseren we het schoolfeest voor alle jaarlagen. Ik ben van
mening dat we het schoolfeest buiten moeten houden. [standpunt]

Ten eerste besparen we zo veel geld. Door het schoolfeest te houden op
het veldje achter de school, hoeven we geen zaaltje af te huren. Dit geld
kunnen we gebruiken voor de aankleding of drankjes en eten. [eerste argument]
Ten tweede wordt het zomer en is het dus lekker weer. Het is daarom
gezelliger om buiten met 'n allen te genieten van de zon. [tweede argument]
Ten derde is het schoolterrein bekend voor alle leerlingen. Hierdoor is het
schoolfeest toegankelijker, omdat ze niet naar een nieuwe locatie hoeven. [derde argument]
Ook als ouders hun kinderen eventueel op willen halen, weten ze gelijk
waar ze precies moeten zijn.
Je zou kunnen zeggen dat we zo wel afhankelijk zijn van het weer. Maar de
weersvoorspellingen voor die datum zijn erg goed en bovendien regelen
we een grote partytent, mocht het toch wat gaan druppen. [tegenargument en weerlegging]

Kortom, en schoolfeest buiten is gezelliger, goedkoper en toegankelijker! [slot]

Slide 7 - Tekstslide

Maak een schrijfplan voordat je je betoog gaat schrijven

Slide 8 - Tekstslide

Werkfase lestaak
  • Doel van de opdracht: je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt
  • De opdracht: Lees eerst de tekst op pagina 134  Maak daarna vraag 1 t/m 4
  • Probeer het eerst alleen gedurende 10 minuten
  • Kom je er niet uit, overleg dan met je buurman
  • Kom je er dan nog niet uit, dan kom ik langs
  • Hoeveel tijd heb je? Je hebt 15 minuten. 
  • We bespreken deze les klassikaal vraag 1 t/m 4
  • Ben je eerder klaar, roep mij dan

Slide 9 - Tekstslide

Thuistaak
Maak vraag 5 t/m 9 op pagina 135
Vraag 9 is een schrijfopdracht. Schrijf leesbaar!

Slide 10 - Tekstslide

Een betoog is:
A
subjectief
B
objectief

Slide 11 - Quizvraag

Hoe sluit ik mijn betoog af?
A
Door mijn standpunt te herhalen.
B
Door nieuwe informatie te geven.
C
Door nog een argument te noemen.
D
Dat hoeft niet.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

In de eerste zin van je betoog...
A
... zet je de stelling
B
...trek je de aandacht.
C
...vertel je wat de lezer kan verwachten

Slide 14 - Quizvraag