VEI 3.2 Planten M3

Week 19
  • 3.1 en 3.2 lezen/leren
  • Oefeningen 3.1 en 3.2 maken digitaal (kennis)! 
  • Leerdoelen eigen maken, kun je ze uitleggen? 
Voorbereiding toets:
  • Samenvatting of mindmap maken (ter voorbereiding op toets)
  • Begrippenlijst maken (ter voorbereiding op toets)
  • Oefen extra op www.biologiepagina.nl
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 19
  • 3.1 en 3.2 lezen/leren
  • Oefeningen 3.1 en 3.2 maken digitaal (kennis)! 
  • Leerdoelen eigen maken, kun je ze uitleggen? 
Voorbereiding toets:
  • Samenvatting of mindmap maken (ter voorbereiding op toets)
  • Begrippenlijst maken (ter voorbereiding op toets)
  • Oefen extra op www.biologiepagina.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een juiste beschrijving van een ecosysteem?
A
Een ecosysteem bestaat uit de relaties tussen organismen en hun omgeving.
B
Een ecosysteem is een verzameling biotische en abiotische factoren.
C
Een ecosysteem is een begrensd gebied met alle organismen daarin met relaties tussen organismen en tussen organismen en de levenloze natuur.
D
Een ecosysteem is de variatie in organismen in een bepaald gebied.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
Alle levenloze natuur (de zon, water, etc.)
B
Alle levende natuur (de zon, water, etc.)
C
Alle levenloze natuur (voedsel, soortgenoten)
D
Alle levende natuur (voedsel, soortgenoten)

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen biotische factor
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen abiotische factor?
A
Mineralen in de bodem
B
Beschikbaarheid voedsel
C
temperatuur
D
water

Slide 5 - Quizvraag

Deze plant groeit voordat de bomen bladeren krijgen. Zo krijgen ze voldoende licht.

A
Klimplant
B
Voorjaarsbloeier
C
Planten met wortelrozet

Slide 6 - Quizvraag

Sommige dieren hebben in de winter een dikke vacht. Deze dieren zijn goed aangepast aan het leven in de kou. Is de dikke vacht een aanpassing aan een abiotische factor, een biotische factor of een aanpassing aan zowel een biotische als een abiotische factor?
A
alleen aan een biotische factor
B
alleen aan een abiotische factor
C
zowel aan een abiotische factor als aan een biotische factor

Slide 7 - Quizvraag

Knipkiezen horen bij:
A
Alles eters
B
Planteneters
C
Vleeseters

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de volgorde van kiezen die je hier ziet?
A
Knipkiezen, plooikiezen, knobbelkiezen
B
Plooikiezen, knobbelkiezen, knipkiezen
C
Knobbelkiezen, plooikiezen, knipkiezen
D
Knipkiezen, knobbelkiezen, plooikiezen

Slide 9 - Quizvraag

In de afbeelding is een schedel van zoogdier getekend.

Heeft dit dier knipkiezen, plooikiezen of knobbelkiezen?
A
knipkiezen
B
plooikiezen
C
knobbelkiezen

Slide 10 - Quizvraag

3.2 - Planten


1. Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op organismen (biotische factoren en abiotische factoren)

2. Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun ecosysteem.

3. Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan kou en hitte. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je nog van planten?

Slide 12 - Woordweb

Paragraaf 3.2
Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke functies de organen van een plant hebben.
  2. Je kunt uitleggen welke weefsels een blad hebben.
  3. Je kunt uitleggen hoe planten stoffen kunnen opnemen.
  4. Je kunt uitleggen hoe planten stoffen kunnen vervoeren.

Slide 13 - Tekstslide

Organen van een plant.
  • Bloem: zorgt voor voorplanting
  • Stengel: zorgt voor vervoer van water en opgeloste stoffen.
  • Bladeren: Maakt door middel van fotosynthese voedingsstoffen
  • Wortels: opnemen van water en mineralen en stevig vastzetten in de grond en opslag reservervoedsel

Slide 14 - Tekstslide

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 15 - Sleepvraag

Fotosynthese
fotosynthese: maken van glucose (voedsel) voor de plant:

  • Water + CO2 + zonlicht  -->  glucose + O2

CO2 = Koolstofdioxide
O2 = zuurstof

Slide 16 - Tekstslide

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 17 - Sleepvraag

Doorsnede van een blad

Slide 18 - Tekstslide

Huidmondjes

Zitten aan de onderkant van het blad, hierdoor verdampt het water en worden stoffen uit de lucht opgenomen!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Je kunt uitleggen hoe planten stoffen kunnen opnemen
Huidmondjes: Koolstofdioxide opnemen, maar ook zuurstof naar buiten laten gaan.
Wortels: wortelharen nemen water en mineralen op uit de grond.
Water voor: 
  • transport van stoffen, 
  • om vacuole te vullen (stevigheid)
  • en voor fotosynthese

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe planten stoffen kunnen vervoeren.
Bastvaten en houtvaten 

Slide 22 - Tekstslide

Houtvaten
  • Hier stroomt water met mineralen omhoog.
  • Zijn wijd.
  • Liggen aan de binnenkant van de .vaatbundel.

Slide 23 - Tekstslide

Bastvaten
  • Hierdoor stroomt water met glucose en ander voedingsstoffen naar de andere delen van de plant.
  • Zijn smal.
  • Liggen aan de buitenkant van de vaatbundel.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Zuigkracht
Waterstroom in de plant.
Doordat de plant steeds water verliest door verdamping via de bladeren, bladcellen vullen het water steeds aan en zo ontstaat er stroom naar boven 

Slide 26 - Tekstslide

Hier maakt een plant zijn eigen voedingsstoffen, zoals glucose.
A
Bladeren
B
Bloemen
C
Stengel
D
Wortel

Slide 27 - Quizvraag

Met welk nummer wordt het houtvat aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quizvraag

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, omlaag
D
bastvat, omlaag

Slide 29 - Quizvraag

Houtvat zorgt voor transport van?
A
water en glucose
B
assimilatieproducten
C
water en voedingszouten
D
water en zuurstof

Slide 30 - Quizvraag

Een plant neemt stoffen op uit de omgeving. Welke drie stoffen neemt een plant uit de omgeving op?

A
koolstofdioxide, lucht, mineralen
B
water, mineralen, koolstofdioxide
C
glucose, koolstofdioxide, water
D
mineralen, water, zuurstof

Slide 31 - Quizvraag

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water opnemen
voedsel maken
Blad
water vervoeren

Slide 32 - Sleepvraag

Via welke vaten stroomt er water met glucose in een plant?
A
bastvat
B
houtvat

Slide 33 - Quizvraag

Welke groep doet aan fotosynthese?
A
Bacteriën
B
Dieren
C
Planten
D
Schimmels

Slide 34 - Quizvraag

Fotosynthese vindt plaats in de:
A
wortel
B
bloem
C
bladeren
D
vrucht

Slide 35 - Quizvraag

Week 19
  • 3.1 en 3.2 lezen/leren
  • Oefeningen 3.1 en 3.2 maken digitaal (kennis)! 
  • Leerdoelen eigen maken, kun je ze uitleggen? 
Voorbereiding toets:
  • Samenvatting of mindmap maken (ter voorbereiding op toets)
  • Begrippenlijst maken (ter voorbereiding op toets)
  • Oefen extra op www.biologiepagina.nl

Slide 36 - Tekstslide