3.1.1

H3: Warmte en energie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3: Warmte en energie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Introductie H3 Warmte                           10 min
  • Maken opdracht 1 t/m 7                          10 mim
  • Uitleg warmte uit verbranding            10 min
  • Maken opdracht 8 t/m 15                        10 min

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Warmte opwekken 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn warmtebronnen

Een warmte bron is iets dat warmte geeft. Denk aan een brander, een kachel, een föhn of een broodrooster. Maar ook de zon is een warmtebron.


Twee soorten warmtebronnen

  1. Chemische energie wordt omgezet in warmte
  2. Elektrische energie wordt omgezet in warmte


Slide 4 - Tekstslide

Wat is elektrische energie

De elektrische energie is de energie die door elektriciteit wordt opgewekt. De energie wordt geleverd door een energiebron. Als we de elektriciteit gebruiken voor warmte spreken we van een warmtebron. Hier volgen vier voorbeelden van energiebronnen.

  • Kookplaat
  • Oven
  • Waterkoker
  • Soldeerapparaat

Slide 5 - Tekstslide

Wat is chemische energie
Verbranden van een brandstof.
  1. S teenkool
  2. Bruinkool
  3. Aardgas
  4. Aardolie
  5. Hout
  6. Kaarsvet (waxine)
  7. Papier
  8. ...

Slide 6 - Tekstslide

Branddriehoek
  1. Brandstof, bijvoorbeeld aardgas
  2. Zuurstof, onder zuurstof geen verbranding
  3. Ontbrandingstemperatuur, temperatuur waarbij het mengsel brandt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende reacties:
- verbranding (altijd met zuurstof)
brandstof + zuurstof --> Verbrandingsproducten

Slide 10 - Tekstslide

Eenheid van energie = Joule (J)
Staat vaak op verpakking van eten
1000 J = 1 kJ
In pindakaas op brood zit 416000 J = 416 kJ

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 7 
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Klaar? Maak opdracht 8 t/m 15

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Pak erbij:
Bladzijde 159 in je boek

Slide 13 - Tekstslide

Warmte uit verbranding
De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding, hangt af van:
  • de hoeveelheid brandstof die je verbrandt;
  • de verbrandingswarmte van de brandstof. 

Slide 14 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
De hoeveelheid warmte (in J) die bij de verbranding van 1 g of     1 cm3 stof ontstaat.

De verbrandingswarmte is een stofeigenschap.

Slide 15 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Slide 16 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden

Slide 17 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = _____________________ cm3

Slide 18 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = 2 500 000 cm3

Slide 19 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

2,5 m3 = 2 500 000 cm3
32 J/cm3  betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Slide 20 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

32 J/cm3 betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Volume
1 cm3
warmte
32 J

Slide 21 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 22 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 23 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 80 000 000 J
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J
80 000 KJ

Slide 24 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
De familie Van het Hout verwarmt de kamer met een houtkachel. Op een avond wordt 15 kg hout gestookt. 
1. Wat is de verbrandingswarmte van hout.
2. Bereken hoeveel kJ warmte bij de verbranding van 15 kg hout vrijkomt.
Volume/gewicht
warmte

Slide 25 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
Het volume en de hoeveelheid warmte zijn recht evenredig.

Dat betekent dat als het volume twee keer zo groot wordt, dan wordt de hoeveelheid warmte ook twee keer zo groot. 

Rechte lijn door de oorsprong. 

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 15
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 15 min
  • Klaar? Lees bladzijde 160 en Maak opdracht 16 t/m 24 

timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide