3.1-1

H3: Warmte en energie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3: Warmte en energie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
05 min
Uitleg Brandstoffen
10 min
Zoek-opdracht
05 min
Samen maken opdracht 4
10 min
Maken opdracht 1 t/m 7
05 min
Bespreken opdracht 1 t/m 7
10 min
Uitleg Warmte uit verbranding
10 min
Huiswerk maken + lesafsluiting
10 min

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les:
  • Weet je wat er nodig is voor brand
  • Weet je wat een chemische reactie is
  • Kan je rekenen met het begrip verbrandingswarmte

Slide 3 - Tekstslide

Pak erbij:
Bladzijde 157 in je boek

Slide 4 - Tekstslide

3.1 Warmte opwekken 

Slide 5 - Tekstslide

Warmtebronnen:

Een warmtebron is iets dat warmte geeft. 

Bijvoorbeeld: een brander, een kachel, een föhn of een broodrooster. Maar ook de zon is een warmtebron.


Twee soorten warmtebronnen:

  1. Chemische energie wordt omgezet in warmte
  2. Elektrische energie wordt omgezet in warmte


Slide 6 - Tekstslide

Chemische energie:
Verbranden van een brandstof:
  1. Steenkool
  2. Bruinkool
  3. Aardgas
  4. Aardolie
  5. Hout
  6. Kaarsvet (waxine)
  7. Papier
  8. ...

Slide 7 - Tekstslide

Elektrische energie:

  • Energie die door elektriciteit wordt verzorgd. 
  • De energie wordt geleverd door een energiebron. 


Bijvoorbeeld:

  • Kookplaat
  • Oven
  • Waterkoker
  • Soldeerapparaat

Slide 8 - Tekstslide

Branddriehoek
  1. Brandstof, bijvoorbeeld aardgas
  2. Zuurstof, onder zuurstof geen verbranding
  3. Ontbrandingstemperatuur, temperatuur waarbij het mengsel brandt

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
Zoek in de BiNaS alle tabellen die te maken hebben met het hoofdstuk 3 Warmte en Energie

Schrijf die tabellen op in je boek bij de aantekeningen
Schrijf ook op wat je in deze tabellen kan vinden

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Chemische reactie






Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen én er ontstaan nieuwe stoffen.

  • beginstoffen:  De stoffen die bij de chemische reactie verdwijnen
  • reactieproducten:  de stoffen die ontstaan bij een chemische reactie

Slide 11 - Tekstslide

Reactieschema:
Hout + Zuurstof  --->   Houtskool + as + waterdamp

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verschillende reacties:
- verbranding (altijd met zuurstof)
brandstof + zuurstof --> Verbrandingsproducten

Slide 14 - Tekstslide

Eenheid van energie = Joule (J)
Staat vaak op verpakking van eten
1000 J = 1 kJ
In pindakaas op brood zit 416000 J = 416 kJ

Slide 15 - Tekstslide

Opdr. 4: Marlou is 15 jaar. Ze heeft 9200 kJ energie per dag nodig. Ze eet elke dag vier boterhammen met pindakaas. In één boterham met pindakaas zit 416 kJ energie. Bij haar warme maaltijd krijgt ze nog eens 4190 kJ binnen.
Hoeveel energie moet Marlou nog uit ander voedsel halen?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 3 + 6 
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak opdracht 5 en 7. Maak daarna 8 t/m 15

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Pak erbij:
Bladzijde 159 in je boek

Slide 18 - Tekstslide

Verbrandingswarmte

Wat is dat nou precies?

Slide 19 - Tekstslide

Warmte uit verbranding
De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding, hangt af van:
  • de hoeveelheid brandstof die je verbrandt;
  • de verbrandingswarmte van de brandstof. 

Slide 20 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
De hoeveelheid warmte (in J) die bij de verbranding van 1 g of     1 cm3 stof ontstaat.

De verbrandingswarmte is een stofeigenschap.

Slide 21 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Slide 22 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden

Slide 23 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = _____________________ cm3

Slide 24 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = 2 500 000 cm3

Slide 25 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

2,5 m3 = 2 500 000 cm3
32 J/cm3  betekent dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Slide 26 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

32 J/cm3 betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Volume
1 cm3
warmte
32 J

Slide 27 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 28 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 29 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 80 000 000 J
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J
80 000 KJ

Slide 30 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
Het volume en de hoeveelheid warmte zijn recht evenredig.

Dat betekent dat als het volume twee keer zo groot wordt, dan wordt de hoeveelheid warmte ook twee keer zo groot. 

Rechte lijn door de oorsprong. 

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.1 opdracht 1 t/m 4 + 6 + 8 t/m 15
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 15 min
  • Resultaat? Huiswerk is af
  • Klaar? Maak opdracht 5 en 7

timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les:
  • Weet je wat er nodig is voor brand
  • Weet je wat een chemische reactie is
  • Kan je rekenen met het begrip verbrandingswarmte

Slide 33 - Tekstslide