Nask 3TL 3.1 Warmte opwekken

3.1 Warmte opwekken

Hoofdstuk 3
Paragraaf 1
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.1 Warmte opwekken

Hoofdstuk 3
Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Leerdoelen
Herhalen
Uitleg
Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert op welke manieren je warmte kunt maken en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Warmtebron
Een warmtebron zet energie om in warmte.
  •  zon
  • Elektrische dompelaar
  • Gasbrander
  • de centrale verwarming maar ook...
  • het gasfornuis
  • de aarde
  • een föhn


Slide 4 - Tekstslide

Energie komt in de vorm van zichtbaar licht en onzichtbare straling  van de zon

Slide 5 - Tekstslide

Warmte uit verbranding
De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij verbranding, hangt af van:
  • de hoeveelheid brandstof die je verbrandt;
  • de verbrandingswarmte van de brandstof. 

Slide 6 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
De hoeveelheid warmte (in J) die bij de verbranding van 1 g of     1 cm3 stof ontstaat.

De verbrandingswarmte is een stofeigenschap.

Slide 7 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Slide 8 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden

Slide 9 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = _____________________ cm3

Slide 10 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Stap 1: Zelfde eenheden
2,5 m3 = 2 500 000 cm3

Slide 11 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2,5 m3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

2,5 m3 = 2 500 000 cm3
32 J/cm3 betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Slide 12 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

32 J/cm3 betekend dat bij de verbranding van 1 cm3 aardgas 32 J vrij komt. 

Volume
1 cm3
warmte
32 J

Slide 13 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Volume
1 cm3
warmte
32 J

Slide 14 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 15 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J

Slide 16 - Tekstslide

Verbrandingswarmte rekenen
In de cv-ketel verbrandt op een dag 2 500 000 cm3 aardgas. 
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3
Bereken hoeveel warmte daarbij vrij komt.

1 x 2 500 000 = 2 500 000




32 x 2 500 000 = 80 000 000 J
Volume
1 cm3
2 500 000 cm3
warmte
32 J
80 000 KJ

Slide 17 - Tekstslide

Verbrandingswarmte
Het volume en de hoeveelheid warmte zijn recht evenredig.

Dat betekent dat als het volume twee keer zo groot wordt, dan wordt de hoeveelheid warmte ook twee keer zo groot. 

Rechte lijn door de oorsprong. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de drie brandvoorwaarden?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de eenheid van energie?

Slide 20 - Open vraag

De eenheid van energie in joule, afgekort J.
Hoeveel KJ is 690 100 J?

Slide 21 - Open vraag

Noem drie soorten energie.

Slide 22 - Open vraag

Energie omzetten
Elektrische warmte bronnen zetten elektrische energie om in warmte. 

Een kookplaat bijvoorbeeld zet elektrische energie om in warmte om te kunnen koken. 

Dit kan je weergeven in een energiestroomdiagram.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Rendement berekenen
Bij de energieomzetting komt warmte vrij die je niet kunt gebruiken. Van de 100 J energie die een kookplaat opneemt, wordt 70 J warmte nuttig gebruikt. De andere 30 J warmte verdwijnt naar de omgeving.

Je zegt dat het rendement van de kookplaat 70% is. 

Het rendement van een omzetting is het deel van de energie dat je nuttig gebruikt. Je drukt het rendement uit in procent. 

Slide 25 - Tekstslide

Maakwerk
Opgaven: 8 t/m 14
+
16, 17, 18 & 20

Slide 26 - Tekstslide