Wanneer gebruik je nu het hulpwerkwoord 'avoir' en het hulpwerkwoord 'être'?Meestal komt dit overeen met het Nederlands. Vaak worden de werkwoorden die een beweging uitdrukken met être vervoegd. Bijvoorbeeld: arriver, entrer, rentrer, partir ...
Bovendien worden alle wederkerende werkwoorden (met se) met être vervoegd in de passé composé. Zie bij wederkerend werkwoord.
De 'être' regel:
Het voltooid deelwoord past zich aan bij het onderwerp waar het bij hoort.