Les doelen (stelselboekje)
De student:
1. Benoemt de functies van het centraal zenuwstelsel.
2. Benoemt de hoofdonderdelen van het centraal zenuwstelsel.
3. Tekent de onderdelen van de hersenen en zet de namen van deze hoofdonderdelen erbij.
4. Kan in eigen woorden uitleggen wat het belang is van een goed werkend zenuwstelsel.
5. legt uit wat de term perifeer is.
+
Na de pitch;
Iedereen zelf schrijven en inleveren: persoonlijk verslag. Kort en krachtig: Wat heb je gedaan?
Schrijf gedetailleerd op wat je hebt gedaan en hoe het voor jou was om in een team te werken.