Cellichaam bevat celkern en anderen organellen
Dendriet = uitloper die de impuls ontvangen
Axon = uitloper die de impuls van het cellichaam af geleidt.
Myelineschede = isolatielaag om axon, bestaande uit cellen van Schwann, insnoeringen tussen cellen.
Synaps = uiteindes van een axon
Binas 88A