Paragraaf 3.3 natuurlijke landschapzones

Wat gaan we doen? 
Bespreken van geofactoren 
Paragraaf 3.3
Doel: 
Je begrijpt hoe de geofactoren het landschap op aarde beïnvloeden. 

Wat zijn de kenmerken van de landschapzones op aarde en wat is hun relatie met het klimaat?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen? 
Bespreken van geofactoren 
Paragraaf 3.3
Doel: 
Je begrijpt hoe de geofactoren het landschap op aarde beïnvloeden. 

Wat zijn de kenmerken van de landschapzones op aarde en wat is hun relatie met het klimaat?

Slide 1 - Tekstslide

Geofactoren
Een verandering in één van de factoren zorgt voor een verandering op meerdere plaatsen. 

Voorbeeld: 
Te weinig water --> zorgt voor een uitgedroogde bodem --> zorgt voor minder planten --> zorgt voor minder dieren en verandert de samenstelling van de lucht (atmosfeer) --> dit heeft weer invloed op het klimaat. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Invloed van de mens
Er wordt meer geproduceert in de landbouw dan dat er vraag naar is. 

Waarom is er nog altijd ruimte nodig dan?

Slide 4 - Tekstslide

Meer zand
Verwoestijning zien we terug in aride en semiaride gebieden. 

In deze gebieden is de flora en fauna aangepast aan de droogte. 

Hier moet de mens rekening mee houden, anders --> verwoestijning. 

Slide 5 - Tekstslide

Bevolkingsdruk
3 gevolgen: 
- Meer vee nodig --> overbeweiding. 
- Minder tijd voor de akkers om braak te liggen. 
- Gebruik van hout zorgt voor bodemerosie. 

Slide 6 - Tekstslide

Meer zout
Slechte irrigatie zorgt voor verzilting van de bodem. 

Het zoutgehalte neemt dan teveel toe in de bodem. 

Dit kan men tegenhouden door drainage. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Kort herhalen
Uitleg 3.4
Aan het werk

Doelen: 

Je weet en begrijpt welke invloeden de mens op een landschap kan hebben. 

Je begrijpt wat bodemerosie is. 

Slide 9 - Tekstslide

Leg met behulp van het begrip hoge luchtdruk uit hoe het kan dat op 30 graden NB en ZB vaak aride gebieden voorkomen.

Slide 10 - Open vraag

Verklaar hoe het kan dat de mens ervoor kan zorgen dat een akker verzilt.

Slide 11 - Open vraag

Verklaar hoe het kan dat er meer verwoestijning zal ontstaat wanneer de bevolkingsdruk toeneemt.

Slide 12 - Open vraag

Bodemerosie
Een van vorm landdegradatie is bodemerosie. 

Hierdoor verdwijnt de bovenste verweringslaag van de bodem, deze laag is onmisbaar voor plantengroei. 

Slide 13 - Tekstslide

Bodemerosie
Twee soorten: 

Door water.

Door wind. 

Slide 14 - Tekstslide

Bodemerosie door water

Slide 15 - Tekstslide

Landdegradatie
Achteruitgang van de kwaliteit van het landschap. 

Dit kan ontstaan door overbeweiding, waardoor uiteindelijk verwoestijning kan ontstaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Bodemerosie
Door het weghalen van de plantengroei kan het water meer eroderen in het landschap. 
Dit zien we veel terug in gebieden waar veel regen valt. 
(Af, Aw, BS, Cw)

Slide 17 - Tekstslide

Duurzaam landgebruik
(terassen)
Druppel irrigatie

Slide 18 - Tekstslide

Klimaatverandering

Slide 19 - Tekstslide

Positieve terugkoppeling
Ontdooide permafrost gebieden zijn een bron van methaan (CH4)
Methaan is gevoelig voor warmte. 

meer warmte is dus meer methaan
Meer methaan is een sterker broeikaseffect. 
Dit noemen we een positieve terugkoppeling

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht paragraaf 3. 
Maak een presentatie waarin je de volgende onderdelen laat terugkomen: 
- De verschillen tussen de landschapzones
- De ligging van de verschillende landschapzones
- Leg uit per landschapzone waarom de landschapzone er zo uitziet (waarom heeft tropisch veel regen en aride weinig)? 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video