Hst. 3 - Oefenvragen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nask

Klas 3 - Basis

Hoofdstuk 3

Elektriciteit in huis

Planning

Volgende week vrijdag:

- Herhalingstoets Hoofdstuk 3

In de proefwerkweek:

- Schoolexamen Hoofdstuk 3 + 4

Hoe heet de schakeling waarbij alle apparaten tegelijk aan/uit gaan?

3.1: Stroom en schakelen

Alleen in een gesloten stroomkring loopt een elektrische stroom.

Serieschakeling

- 1 Stroomkring

- Apparaten gaan tegelijk aan en uit

Parallelschakeling

- Elk apparaat heeft een eigen stroomkring

- Apparaten kun je apart in- en uitschakelen

Waarmee meet je de stroomsterkte?

1. Voltmeter
2. Amperemeter
3. Thermometer
4. Multimeter

3.1: Stroom en schakelen

Spanning meet je in Volt (V)

en met een Voltmeter (parallel).

Stroomsterkte meet je in Ampère (A)

en met een Ampèremeter (serie).

Reken om:
20 mA = ......... A

1. 20 A
2. 0,20 A
3. 0,020 A
4. 20000 A

Welke waarde
geeft deze
voltmeter aan?

1. 24 Volt
2. 12 Volt
3. 2,4 Volt
4. 0 Volt

Noem 3 voorbeelden van een isolator

3.2: Weerstand

Weerstand -> houdt de elektronen tegen. 

Geleiders hebben een kleine weerstand.

Isolatoren hebben een grote weerstand.

IJzer

Koper

Aluminium

Koolstof

Rubber

Steen

Kunststof

Glas

Bij een spanning van 18 V wordt een stroomsterkte van 0,3 A gemeten. Bereken de weerstand.

3.2: Weerstand

De weerstand (R) meet je in Ohm 

Je meet de weerstand met een multimeter. 

Weerstand = Spanning : Stroomsterkte          

R = U : I

Voorbeeld: 

Weerstand = 230 V : 2 A = 115 Ohm

Bij een spanning van 18 V wordt een stroomsterkte van 0,3 A gemeten. Bereken het vermogen.

3.3: Elektriciteit gebruiken

Het vermogen is de energie die per seconde wordt omgezet. 

De eenheid van vermogen is Watt (W).

Vermogen = Spanning x Stroomsterkte       P = U x I

Voorbeeld:

Vermogen = 230 V x 3 A = 690 W

3.3: Elektriciteit gebruiken

Het energieverbruik wordt in de meterkast gemeten.

De eenheid van energieverbruik is Kilowattuur (kWh).

Energie = Vermogen x Tijd                                 E = P x t

Voorbeeld: 

Energie = 2 kW x 3 uur = 6 kWh

Waarom heeft een LED-lamp een hoger rendement dan een gloeilamp?

3.3: Elektriciteit gebruiken

Het rendement is het percentage nuttige energie. 

Rendement = (Nuttige energie : Totale energie)  x 100

Voorbeeld: 

Een gloeilamp van 60 W geeft 3 W aan licht.

Rendement = (3 : 60) x 100 = 5%

Hoe herken je randaarde en wat doet het?

3.4: Een veilige stroomkring

Groepen

Afzonderlijke stroomkringen in huis. 

Als 1 groep uitvalt, blijven de andere groepen gewoon werken.

Overbelasting

Als er teveel apparaten binnen 1 groep aanstaan. 

Maximaal 16 Ampère

Groep wordt uitgeschakeld door een automatische zekering.

3.4: Een veilige stroomkring

Kortsluiting

Als twee stroomdraden elkaar raken.

Groep wordt uitgeschakeld door een automatische zekering.

Aardlekschakelaar

Schakelt de stroom in het hele huis uit. 

3.4: Een veilige stroomkring

Randaarde

Voert lekkende stroom af naar de aarde.

Dubbele isolatie

Een extra beschermingslaag van kunststof.

Zelfstandig werken

Leren - Hoofdstuk 3

Maken - ONLINE Oefentoets Hst. 3

Succes allemaal!! Voor vragen spreek ik jullie in Teams