Paragraaf 3.4b

Welkom DH21
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom DH21
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten,
pak je laptop en ga naar LessonUp. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning:

Huiswerk opgave bespreken.

Herhalen voorkennis haakjes.

Uitleg vergelijking oplossen met haakjes.

Aan de slag

Leerdoel

Ik kan een vergelijking oplossen waarin haakjes voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Opgave bespreken.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Enkele haakjes uitwerken

Slide 4 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
2(x4)

Slide 5 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
2(x4)
2x
+24

Slide 6 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
2(x4)
2x
+24
2x8

Slide 7 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
43(x2)

Slide 8 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
43(x2)
43x+32

Slide 9 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
43(x2)
43x+32
43x+6

Slide 10 - Tekstslide

haakjes wegwerken
Vermenigvuldig het getal voor de haakjes met alles tussen de haakjes. 
43(x2)
43x+32
43x+6
103x

Slide 11 - Tekstslide

Haakjes wegwerken:

3(x+2)
A
3x+2
B
3x+6
C
3x+5
D
6x+3

Slide 12 - Quizvraag

Haakjes wegwerken:

3(x4)
A
3x4
B
3x12
C
3x+4
D
3x+12

Slide 13 - Quizvraag

haakjes wegwerken
2(57x)
A
10+14x
B
10+14x
C
14x10
D
24x

Slide 14 - Quizvraag

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1


1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1

Slide 15 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2

Slide 16 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
2x - 3 = - 1

1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2

Slide 17 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
2x - 3 = - 1
      + 3   + 3

1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2
getallen rechts
3

Slide 18 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
2x - 3 = - 1
      + 3   + 3
2x        =   2

1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2
getallen rechts
3

Slide 19 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
2x - 3 = - 1
      + 3   + 3
2x        =   2
:2               :2
1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2
getallen rechts
3
Deel door het getal dat voor de letter staat.
4

Slide 20 - Tekstslide

vergelijking oplossen
5x - 3 = 3x - 1
-3x         -3x
2x - 3 = - 1
      + 3   + 3
2x        =   2
:2               :2
 x          =  1
1. schrijf de vergelijking op.
2. letters links
3. losse getallen rechts
4. deel door het getal dat voor de letter staat
5. schrijf het antwoord op. 

Schrijf de vergelijking op
1
letters links
2
getallen rechts
3
Deel door het getal dat voor de letter staat.
4
schrijf het antwoord op x=
5

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de oplossing van de lineaire vergelijking 2x - 5 = 3x + 1?
A
x = 4
B
x = -4
C
x = 2
D
x = -6

Slide 22 - Quizvraag

combineren
1 - 2(x + 3) =21

1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2

Slide 23 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21


1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3

Slide 24 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 -2x = 21

1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4

Slide 25 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 -2x = 21

1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4
getallen rechts
5

Slide 26 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 -2x = 21
+5           +5
1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4
getallen rechts
5

Slide 27 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 - 2x = 21
+5           +5
- 2x = 26
1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4
getallen rechts
5
deel door het getal dat voor de letter staat
6

Slide 28 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 - 2x = 21
+5           +5
- 2x = 26
 : -2     :-2
1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4
getallen rechts
5
deel door het getal dat voor de letter staat
6

Slide 29 - Tekstslide

combineren
1 - 2(x + 3) =21
1 - 2x - 6 = 21
-5 - 2x = 21
+5           +5
- 2x = 26
 : -2     :-2
x = -13
1. schrijf de vergelijking op.
2. haakjes uitwerken
3. gelijke termen optellen
4. letters links
5. losse getallen rechts
6. deel door het getal dat voor de letter staat.
7. schrijf het antwoord op. 
Schrijf de vergelijking op
1
werk de haakjes weg
2
gelijke termen optellen
3
letters links
4
getallen rechts
5
deel door het getal dat voor de letter staat
6
Schrijf het antwoord op x = 
7

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de volgende opgaven:
basis: 69, 72, 73, 74
midden: 69, 72, 73 en 75
Uitdagende: 69, 72, 73 en 75
blz. 130 + 131

Slide 31 - Tekstslide