Tag Questions

TAG QUESTIONS
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TAG QUESTIONS

Slide 1 - Tekstslide

You don't like this, do you?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Question TAG = 
aangeplakt stukje om er een vraag van te maken

You know the way, DON'T YOU?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de tag?
'You don't like it, do you?'

Slide 5 - Woordweb

wat valt je op
aan deze
zinnen?

Slide 6 - Tekstslide

+ en -
Een bevestigende zin (waar in staat dat iets zo is) heet in het Engels 'a positive sentence.
Pos
Een bevestigende zin (waarin staat dat iets zo is) noemen we 'a positive sentence' . 
POSITIEF kun je aangeven met +

Een ontkennende zin (waarin staat dat iets NIET zo is)
noemen we 'a negative sentence'
NEGATIEF kun je aan geven met -

Een TAG QUESTION is net als een batterij (+ en - )

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welk werkwoord ?

Als er in de zin geen vorm van 'to be' of 'can' staat,
dan moet je een vorm van 'to do' gebruiken. 

Gebruik de vorm die het beste in de zin past:


Joan plays tennis, doesn't she?
Wim cooked dinner last night, didn't he?

We go to school by bus, don't we?

Slide 9 - Tekstslide

Welk voornaamwoord?

Herhaal het voornaamwoord wat gebruikt wordt in de zin. 

Als er een naam is gebruikt, kies dan het juiste voornaamwoord wat daar bij hoort.


We are happy, aren't we?

Jim isn't at school, is he?

The girls love swimming, don't they?

I am an English teacher, aren't I?


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kun je nu TAG QUESTIONS maken/toepassen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll