Verschillende typen en methoden van natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven
Een werkplan maken voor natuurwetenschappelijk onderzoek
Slide 3 - Tekstslide
A
Alleen bij blad 4
B
Bij de bladeren 1 en 2
C
Bij de bladeren 1 en 3
D
Bij de bladeren 2 en 4
Slide 4 - Quizvraag
A
De rode bloedcellen blijven even groot
B
De rode bloedcellen verschrompelen
C
De rode bloedcellen zwellen op
Slide 5 - Quizvraag
A
De mitochondriën
B
De chromosomen
C
Het ER (Endoplasmatisch Reticulum)
D
De ribosomen
Slide 6 - Quizvraag
Het maken van wakken is een nuttige maatregel als je het zuurstofgehalte in het water wilt verhogen. Hoe heet het proces waardoor dan het zuurstofgehalte hoger wordt?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Natuurwetenschappelijk onderzoek
Onderzoek naar een probleem in de levende natuur
Je stelt een onderzoeksvraag op
Je verzamelt data en verwerkt deze
Slide 10 - Tekstslide
Bedenk eens een voorbeeld van een goede onderzoeksvraag
Slide 11 - Open vraag
Soorten onderzoek
Beschrijvend onderzoek: Vanuit specifieke gevallen naar een algemene regel (bijvoorbeeld: weefsels onder de microscoop)
Hypothesetoetsend onderzoek: Je bedenkt een methode om je hypothese te toetsen (experiment, interview)
Ontwerpend onderzoek: Materialen, instrumenten, modellen of systemen worden ontworpen als antwoord op de onderzoeksvraag
Slide 12 - Tekstslide
Hypothesetoetsend onderzoek
Fasen van hypothesetoetsend onderzoek
Waarneming
Onderzoeksvraag
Hypothesevorming
Experimentele fase
Resultaten
Conclusie
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 15 - Link
Werkplan
Een beschrijving van wat je gaat doen, welke materialen je nodig hebt en hoe je de resultaten gaat meten en weergeven.
Methode
Wat onderzoek je?
Met welk organisme?
Onder welke omstandigheden?
Materialen
Wat heb je nodig?
Resultaten
Op welke manier ga je resultaten meten?
Op welke manier ga je resultaten weergeven?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Aan het werk!
Wat: Basisstof 6 van thema 1
Hoe: Alleen of in tweetallen (fluisteren)
Tijd: 15 minuten
Hulp: Steek je vinger op of overleg met je buur
Klaar: Bekijk je opdrachten en evalueer deze. Maak de test jezelf, lees daarna basisstof 6 door.