H2 par 4 deel 1 Lötschental

De les start over
timer
3:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De les start over
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Thuisonderwijs
  • Online Toets H2 met tijdslimiet op de vragen
  • 13 januari
  • Vanaf 18 januari geen AK meer tot 5 april
  • Landschappen document gaan we afmaken 

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 4
- Het Lötschental
- Bevolkingsdichtheid en reliëf 
- Hoogtegordels
- Hoogteligging en temperatuur

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Deze les:
  • Herhaling paragraaf 3
  • Wat weet je al?
  • Paragraaf 4:
     - Het Lötschental
     - Bevolkingsdichtheid en reliëf 
     - Hoogtegordels
    - Hoogteligging en temperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
- Je weet wat een hooggebergte is.
- Je weet welke hoogtegordels er zijn in de bergen.
- Je weet hoe de temperatuur daalt als je hoger in de bergen komt.
- Je kunt een verband leggen tussen de polen en hooggebergte

Slide 5 - Tekstslide


In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag


In de taiga is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag


Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Het Lötschental
Gletsjer
Gletsjer = Een enorme ijsmassa die langzaam naar het dal schuift.

Zomer
Winter

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?

Slide 11 - Woordweb

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 12 - Tekstslide

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg

Slide 13 - Tekstslide

Hooggebergte
Een gebergte met toppen hoger dan 1500 m
kenmerken:
- Hoogtegordels
- Temperatuur -0,6 per 100 meter stijging


Slide 14 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogtegordel = plantengroeizone op een berg: Ontstaan door verschillen in temperatuur.
  • Loofboomgordel
  • Naaldboomgordel 
  • Alpenweiden: grassen, kruiden en lage struikjes: Boven boomgrens. Zomers laten boeren hier hun vee grazen
  • Rotsgordel: door kou en harde ondergrond groeien hier bijna geen planten meer. 
  • Eeuwige sneeuw

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogtegordel = plantengroeizone op een berg: Ontstaan door verschillen in temperatuur.
  • Loofboomgordel
  • Naaldboomgordel 
  • Alpenweiden: grassen, kruiden en lage struikjes: Boven boomgrens. Zomers laten boeren hier hun vee grazen
  • Rotsgordel: door kou en harde ondergrond groeien hier bijna geen planten meer. 
  • Eeuwige sneeuw

Slide 16 - Tekstslide

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 17 - Sleepvraag

Hoogteligging 
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur

Slide 18 - Tekstslide

Hooggebergte
Poolgebied

Slide 19 - Tekstslide

Poolgebied
Hooggebergte

Slide 20 - Tekstslide

Poolgebied
Hooggebergte

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogteligging en temperatuur:
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af (aan de lucht).
Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af.  De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd. Hoog in de bergen zijn minder lucht deeltjes daardoor wordt de lucht minder verwarmd.
Regel:
  • Hoe hoger, hoe kouder
  • Als je 1000 m stijgt wordt het 6°C kouder.

Slide 22 - Tekstslide

HUISWERK 2.4 

Maken 1 t/m 4 en 7 en 8

Slide 23 - Tekstslide


Hoe goed heb je de les begrepen?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Woordweb

B52

Slide 26 - Tekstslide

B13

Slide 27 - Tekstslide

Proefwerk
H2 par 1 t/m 4

Aantekeningen: leer je aantekeningen. In je aantekeningen van school staan nog een aantal inzichtdingen.
Leerboek: Lees de tekst in het boek en kijk of je alles begrijpt.
Leerboek: Leer de betekenis van de dikgedrukte woorden. Finish
Leerboek: Bekijk de plaatjes, grafieken en figuren. En zorg dat je begrijpt wat ze vertellen.
Werkboek: Heel belangrijk bekijk de opdrachten uit het werkboek. Hierin wordt de kennis uit het lesboek toegepast.
Basisboek: B13 B48 B51 B52 B59 B72 B60 B82 B83 B84 B85 B86

Slide 28 - Tekstslide