H5 - GS - week 3 - les 1 kenmerkende aspecten en examenvragen

Vandaag
- kenmerkende aspecten tijdvak 5 en 6
- Opdracht: examenvragen oefenen afmaken 
- Opdracht examenvragen nabespreken

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- kenmerkende aspecten tijdvak 5 en 6
- Opdracht: examenvragen oefenen afmaken 
- Opdracht examenvragen nabespreken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten van tijdvak 5

5.1. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

5.2. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

5.3. Het begin van de Europese expansie overzee.

5.4. De protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.

5.5. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

kenmerkende aspecten van tijdvak 6

6.1. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

6.2. De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

6.3. Het streven van vorst naar absolute macht.

6.4. De wetenschappelijke revolutie.
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Test

Slide 5 - Tekstslide

Welke KA's horen bij tijdvak 6?
1. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
2. het streven van vorsten naar absolute macht
3. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
4. de wetenschappelijke revolutie
5. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
A
2 en 5
B
3 en 4
C
1 en 3
D
2 en 4

Slide 6 - Quizvraag

Welk KA uit tijdvak 6 hoort bij HC 'Britse Rijk'?
A
het streven van vorsten naar absolute macht;
B
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek;
D
de wetenschappelijke revolutie

Slide 7 - Quizvraag

Tijdvak 5: welk KA hoort er NIET bij?
A
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
B
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
Een veranderend mens- en wereldbeeld en het begin van wetenschappelijke belangstelling
D
Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 8 - Quizvraag

Welk KA uit tijdvak 6 zou je kunnen plaatsen bij de Tachtigjarige Oorlog?
A
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
B
Het streven van vorsten naar absolute macht
C
De democratische revoluties in westerse landen over grondwetten
D
De wetenschappelijke revolutie

Slide 9 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past niet bij tijdvak 5 ?

A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
C
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
D
Het begin van de Europese overzeese-expansie

Slide 10 - Quizvraag

Op welk gebied was de Republiek volgens het kenmerkende aspect uit tijdvak 6 (regenten & vorsten) niet bijzonder?
A
Economisch
B
Staatkundig
C
Geografisch
D
Cultureel

Slide 11 - Quizvraag

Welk KA hoort bij tijdvak 5?
A
het streven van vorsten naar absolute macht
B
het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
C
de wetenschappelijke revolutie
D
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

Slide 12 - Quizvraag

Welke KA's horen NIET bij tijdvak 8?
1. discussies over de ‘sociale kwestie’
2. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
3. de opkomst van emancipatiebewegingen
4. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
5. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

A
3 en 5
B
2 en 5
C
2 en 4
D
1 en 5

Slide 13 - Quizvraag

Welke KA's horen bij tijdvak 6?
1. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
2. het streven van vorsten naar absolute macht
3. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
4. de wetenschappelijke revolutie
5. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
A
2 en 5
B
3 en 4
C
1 en 3
D
2 en 4

Slide 14 - Quizvraag

Examenvraag

Slide 15 - Tekstslide

Examenvraag. Welk niveau kan je aan?
beginners
gevorderd

Slide 16 - Poll

Opdracht alleen  minuten)
timer
7:00

Slide 17 - Tekstslide

Wissel uit met je buurman /vrouw
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Waaraan voldoet een goed antwoord in elk geval?

Slide 19 - Open vraag

Stappenplan

  1. Er staan evenveel streepjes als dat er punten gehaald kunnen worden.
  2. De vraag wordt kort herhaald in het antwoord.
  3. Er wordt verwezen naar de bron: Er staat: Ik lees in de bron: “letterlijk citaat” of er staat: ik lees in de bron en dan volgt een omschrijving in de eigen woorden. / Of bij een beeldbron: ik zie in de bron
  4. Als laatste staat: dus ik concludeer dat ''herhaling vraag:''


verbeter je antwoord

Slide 20 - Tekstslide

Moeilijk of makkelijk?
te moeilijk, dit lukt me nooit.
gaat wel, wel meer oefenen.
gaat wel oke.
ik kan dit al goed

Slide 21 - Poll

huiswerk controle
In een tweetal door mij gekozen check je elkaars huiswerk.
Zie checklist
-de leerdoelen zijn beschreven (leesbaar / volledig, correct en compleet)
- het huiswerk is snel terug te vinden.
timer
8:00

Slide 22 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Leerdoelen samenvatten (zie weektaak)
meer examenvragen maken (zie weektaak)
presentaties doornemen
extra hulp vragen

Slide 23 - Poll

huiswerk
  • Je werkt in de les aan je huiswerk. 
  • Je huiswerk bestaat altijd uit samenvatten / antwoorden op leerdoelen zoeken en minimaal 1 examenvraag.
  • Je werkt in de les aan je huiswerk zodat je vragen kan stellen.
  • Je levert je huiswerk in in classroom voor de deadline.

Slide 24 - Tekstslide

Verwachting
  • De samenvatting van de leerdoelen kan je maken door de presentaties door te nemen.
  • Je neemt zelf de presentaties door.
  • En schrijft dan zelf je samenvatting

Als ik er niet ben, of je bent zelf ziek geweest, kan je zelfstandig doorwerken.

De weektaak bestaat altijd uit
-examenvragen
- leerdoelen samenvatten
hulp
in dit leerdocument vind je de meeste antwoorden op de leerdoelen.

Slide 25 - Tekstslide