Herhaling Hospitality, verkoopt en klantreis

Herhaling Hospitality, verkoopt en klantreis
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Hospitality, verkoopt en klantreis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breed assortiment
diep assortiment
ondiep assortiment
smal assortiment
Binnen de artikelgroepen is een ruime keuze in merken, modellen en typen
Binnen het assortiment is weinig keuze in merken, modellen en typen
Binnen het assortiment zijn slechts één of meer artikelgroepen aanwezig
Binnen het assortiment zijn veel verschillende artikelgroepen aanwezig. 

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deodorant is een voorbeeld van:
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Convenience goods
De producten die je in winkels kunt kopen, zijn onder te verdelen in drie groepen. Welk product hoort bij welke productgroep? Sleep het product naar het juiste vak.
1. Specialty goods
2. Shopping goods
brood
rugtas 
vaatwasser

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het assortiment kan breed, smal, diep of ondiep zijn. 
Een breed assortiment bestaat uit veel verschillende artikelgroepen, een smal assortiment niet. Als je assortiment ook diep is, dan heb je binnen de artikelgroepen veel keus is merken, modellen en typen. 
Assortimentsbreedte en assortimentsdiepte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een winkel met een breed assortiment.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 klantreis





Waarom moet je weten hoe de klantreis van jouw klanten verloopt?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkoopt en klantreis





De rol van de (verkoop)medewerker tijdens de klantreis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkoopt en klantreis



 
2.2 Verschillende typen klanten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een loyale klant?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van een zogenaamde hybride klant?
A
Deze klanten zijn heel winkeltrouw.
B
Deze klant kiest voor kwaliteit voor de juiste prijs.
C
Deze klant weet het zelf vaak beter.
D
Deze klant hoort zichzelf graag praten.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van klantcontact
1. Communicatiegedrag
2. Koopgedrag
3. Gebruiks- en verbruiksgedrag
4. Afdankgedrag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Er zijn meerdere soorten vragen:
  1. Gesloten vragen
  2. Open vragen
  3. Keuzevraag
  4. Reflecterende vraag

Slide 13 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Van welke soort vraag zie je hier een voorbeeld?
Koppel het voorbeeld aan het juiste type vraag.
Keuzevraag
Reflecterende vraag
Open vraag
Gesloten vraag
Waar kan ik u mee helpen?
Wilt u een sportieve fiets of een stadfiets?
Houdt u van leer?
U geeft aan dat u ontevreden bent over de sevice. Wat vindt u er niet prettig aan?

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klacht
= Uiting van ongenoegen.

Wie klagen?
Lang niet alle ontevreden klanten. De klant die klaagt kun je verder helpen. Die andere ontevreden klanten niet en dat is erg jammer!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(On)terechte klacht
Onterechte klacht
klacht die niet terecht wordt geuit, omdat het probleem waarover wordt geklaagd door de klager (klant) zelf is veroorzaakt.

Terechte klacht
terecht geuite klacht over een probleem dat in de fabriek, tijdens het vervoer, in het magazijn of in de winkel is ontstaan, en niet is veroorzaakt door de klager (klant) zelf.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectieve en Subjectieve klacht
Objectieve klacht
klacht die duidelijk zichtbaar en meetbaar is

Subjectieve klacht =  moeilijk te controleren waardoor de klacht is ontstaan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijverkoop
Cross-selling    Aanvullend product verkopen
Deep-selling     Meer van hetzelfde product verkopen
Up-selling          Een beter, duurder product verkopen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van meer verkopen komt terug in het filmpje?
A
Cross-selling
B
Deep-selling
C
Up-selling
D
Down-selling

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De marktpositie bepaald je aan de hand van de 6 p's

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbeeld hoort bij welk instrument uit de retailmix? Koppel het voorbeeld aan het juiste instrument
Plaats
Product
Prijs
Presentatie
Personeel
Promotie
De retailmedewerkers volgen vandaag een producttraining.
Doordat kosten voor katoen omhooggaan, wordt kleding in de winkel duurder.
De natuurreformwinkel biedt haar producten nu ook aan in de webshop.
De supermarkt brengt iedere week een nieuwe digitale folder uit met de acties van die week.
De actieartikelen zijn te vinden in een speciale actiedisplay in de winkel.
De speelgoedwinkel nam een nieuwe artikelgroep op in zijn assortiment, namelijk duurzaam speelgoed.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke lijst notuleer je een beschadigd artikel voordat het verkocht is?
A
afschrijflijst
B
emballagelijst
C
inventarisatielijst
D
retourlijst

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat de letter R van het RAAK-principe?
A
Raad accepteren
B
Ruzie voorkomen
C
Risico vermijden
D
Rustig blijven

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indelen van de markt
  • Geografische marktsegmentatie
  • Demografische marktsegmentatie 
  • Sociaaleconomische marktsegmentatie
  • Culturele marktsegmentatie
  • Psychologische marktsegmentatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografische marktsegmentatie
Demografische segmentatie betekent dat je mensen indeelt op kenmerken zoals:
- gezinssituatie: single, stelletjes zonder kinderen, gezin met kinderen
- woonsituatie: koopwoning, huurwoning, thuiswonend, op kamers
- geslacht: man, vrouw
- leeftijd: kinderen, jongeren, dertigers, veertigers, vijftigers, bejaarden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongedifferentieerde marketingstrategie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedifferentieerde marketingstrategie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geconcentreerde marketingstrategie
Hierbij  richt de winkelformule zich op één bepaald deel van de markt

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groenteboer
bakker

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke winkelformule richt zich op geconcentreerde marketingstrategie
A
Scapino
B
Hema
C
Coolblue
D
Slagerij

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies