Elektriciteit en Schakelingen

Elektriciteit en Schakelingen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit en Schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Module Elektriciteit
Doelen:
1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een spanningsmeter en een stroommeter.
2. Je kunt een spanning- en stroommeter op de juiste manier aansluiten.
3. Je kunt zelf de benodigde informatie verzamelen door gebruik te maken van verschillende informatiebronnen.


Slide 2 - Tekstslide

Planning
  1. Bespreken doelen
  2. Wat weten we nog van de vorige les?
  3. Nieuwe stof: Stroom- en spanningsmeters aansluiten, combimeters instellen/aansluiten
  4. Aan de slag
  5. Evalueren

Slide 3 - Tekstslide

Een serieschakeling is een schakeling...
A
met vertakkingen
B
zonder vertakkingen
C
op Netflix

Slide 4 - Quizvraag

in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen

Slide 5 - Quizvraag

In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk

Slide 6 - Quizvraag

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 7 - Quizvraag

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de symbolen U en A?

Slide 9 - Open vraag

Spanning en Stroomsterkte

Slide 10 - Tekstslide

Spanning
Op een apparaat staat een spanning.
Zegt iets over hoeveel elektrische energie er beschikbaar is. 
Dit is de pompkracht wat er voor zorgt dat een apparaat werkt.




grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning

Slide 11 - Tekstslide

Spanning meten
       Spanning meten we met een Voltmeter (spanningsmeter)
       

           Symbool:
  

Slide 12 - Tekstslide

Stroomsterkte
Tussen de spanningsbron en het apparaat loopt er een stroom.




grootheid
symbool
eenheid
symbool
stroomsterkte

Slide 13 - Tekstslide

Stroom meten
- Stroomsterkte meten we met een ampèremeter (stroommeter)

      Symbool:

Slide 14 - Tekstslide

Spanning meten
De spanning meet je met een (spanning/volt)meter
Eenheid van spanning is volt.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de spanning van deze batterij?
Wat is de spanning van deze batterij?

Slide 16 - Tekstslide

Teken een schakeling en neem daarin op:


  1. Drie lampjes parallel aan elkaar geschakeld.
  2. Een schakelaar die lampje 2 en 3 aan/uit kan zetten.
  3. Een schakelaar die alle drie de lampjes aan/uit kan zetten.
  4. Een spanningsmeter die de spanning over lampje 3 meet.
  5. Een stroommeter die de stroom door lampje 1 meet.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag. Start met:
Voorbereidingsopdracht
Groep
1
1, 8
2
2, 9
3
3, 10
4
4, 11
5
5, 12
6
6, 13
7
7, 14

Slide 18 - Tekstslide

Aan slag
  1. Lees de opdracht goed.
  2. Zoek de bijbehorende theorie op en lees/bekijk dit aandachtig. Maak notities.
  3. Sla de link en notities op in een Word bestand.
  4. Snap je de theorie? Teken dan eerst een schakelschema en laat deze goedkeuren. Let op:
  5. Pak de meetspullen die je nodig hebt en voer de proef uit.

Slide 19 - Tekstslide

Evalueren
5 min

Slide 20 - Tekstslide

Meetinstrument
(Waarmee je meet)
Grootheid
(Wat je meet)
Eenheid
(Waarin je meet)
Spanningsmeter
Spanning
Volt

Slide 21 - Sleepvraag

Spanningsmeter
Draad
Stroomsterktemeter
Spanningsbron
Lamp
Schakelaar

Slide 22 - Sleepvraag

Koppel de juiste naam en de manier waarop je die aansluit, aan de symbolen.
spanningsmeter
stroommeter
Serie
Parallel

Slide 23 - Sleepvraag

spanningsmeter
stroommeter

Slide 24 - Sleepvraag