03. 7.3 De kans op werk (16-4)

H7 De arbeidsmarkt
§3: De kans op werk
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7 De arbeidsmarkt
§3: De kans op werk
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Tekstslide

Volgorde hoofdstuk 7
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
9-4
15-4
16-4
22-4
23-4
13-5
Dinsdag 21 mei 
Toets hoofdstuk 7

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk / vraagbokaal
Hoofdstuk 7 paragraaf 3
Vraagbokaal
Huiswerk / aan de slag

Slide 3 - Tekstslide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1



Huiswerk 15 april

Slide 4 - Tekstslide

Rekentrainer controleren

Slide 5 - Tekstslide

Vraagbokaal

Starten met een vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Vraagbokaal
Einde les bedenk je een toetsvraag en die schrijf je op een papiertje (met antwoord). De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 7 - Tekstslide

Doel 7.3: De kans op werk
  • Ik kan uitleggen wat kans op werk voor werkzoekenden is.
  • Ik kan toelichten hoe je je kans op werk als werkzoekende kunt vergroten.


Schrijf mee in teams

Slide 8 - Tekstslide

Ongeschoold werk
= Werk waarvoor geen opleiding nodig is.




Veel mensen die dit willen en minder arbeidsplaatsen voor dit soort werk. 
Gevolg: kleine kans op het vinden van een baan.

Wat vergroot de kans op werk?

Slide 9 - Tekstslide

Kennis, ervaring
Door veel kennis en ervaring te hebben, ben je gewild voor een ander bedrijf.

Gevolg: grote kans op het vinden van een baan

Slide 10 - Tekstslide

Talent
= Als je iets goed kunt. 
(beter dan de meeste mensen)

Gevolg: grote kans op het vinden van een baan.

Ook eigenschappen als doorzettingsvermogen hebben en stressbestendig zijn, vergroten je kans.

Slide 11 - Tekstslide

Handicap
= Als je een beperking hebt
Bedrijven zien vaak op tegen de kosten van aanpassingen.
Gevolg: kleine kans op het vinden van een baan.

Slide 12 - Tekstslide

Leeftijd
Jonge mensen zijn goedkoper en
minder vaak ziek. Ze kunnen zich
vaak gemakkelijker aanpassen
aan de eisen van een
werkgever.


Gevolg: grotere kans op het vinden van een baan.

Slide 13 - Tekstslide

Soort werk
Leidinggevende functie = Regelen het werk en houden toezicht op de uitvoerende functies.
Uitvoerende functie = Voert
werk uit wat opgedragen wordt
door de leidinggevende.

Slide 14 - Tekstslide

Leidinggevend werk
Uitvoerend werk

Piet is teamleider bij de Albert Heijn.
Jan is een  vrachtwagen-chauffeur.
Petra werkt in de bediening bij de MacDonalds.
Klaas is de baas van zijn eigen onderneming. Hij stuurt zijn werknemers aan.

Slide 15 - Sleepvraag

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B 7.3

Slide 16 - Tekstslide

Zoeken in een cirkeldiagram /
Een getal uitdrukken in procenten
Hoeveel procent van de beroepsbevolking hoort bij de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar?

  • Bij 15 tot 25 jaar hoort de oranje sector.
  • In die sector staat: 1.287.000.
  • Het totaal aantal personen is 8.800.000.
  • Maak een tabel.

Slide 17 - Tekstslide

Zoeken in een cirkeldiagram /
Een getal uitdrukken in procenten
Hoeveel procent van de beroepsbevolking hoort bij de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar?

Waar komt de 1?

Slide 18 - Tekstslide

Zoeken in een cirkeldiagram /
Een getal uitdrukken in procenten
Hoeveel procent van de beroepsbevolking hoort bij de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar?

Slide 19 - Tekstslide

Zoeken in een cirkeldiagram /
Een getal uitdrukken in procenten
Hoeveel procent van de beroepsbevolking hoort bij de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar?

Slide 20 - Tekstslide

Zoeken in een cirkeldiagram /
Een getal uitdrukken in procenten
Hoeveel procent van de beroepsbevolking hoort bij de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar?

Antwoord: 100 : 8.800.000 x 1.287.000 = 14,6% 

Slide 21 - Tekstslide

Procent
100%
 14,6
Aantal
8.800.000
1
1.287.000

Slide 22 - Tekstslide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 23 - Open vraag

Samenvatting B

Slide 24 - Tekstslide

Samenvatting T

Slide 25 - Tekstslide

Vraagbokaal
Bedenk een (toets)vraag en schrijf die op een papiertje 
(met antwoord). 
De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 26 - Tekstslide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 3




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 3



Huiswerk 22 april

Slide 27 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 28 - Tekstslide

Overige dia's

Slide 29 - Tekstslide