A3 Grammatica woordsoorten 2.1 + 4.1

Woordsoorten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Benoem de goede woordsoort.
Wie hebben meer over voor geld, mannen of vrouwen? Mannen!
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Vr. vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 2 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Men zegt dat het methaangas dat koeien uitstoten, een milieuprobleem vormt.
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Betr.vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 3 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Men zegt dat het methaangas dat koeien uitstoten, een milieuprobleem vormt.
A
Onbep.vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Pers.vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 4 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wist je dat patat eten ongezond is? Het bevat de stof solanine en die is giftig.
A
Onbep.vnw.
B
Bnw.
C
Vr. vnw.
D
Znw.

Slide 5 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wist je dat patat eten ongezond is? Het bevat solanine en die stof is giftig.
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Vr. vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 6 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Bij dat vuurwerk stonden veel Hagenaars die genoten van de show.
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Vr. vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 7 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Bij dat vuurwerk stonden veel Hagenaars die genoten van de show.
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw.
C
Vr. vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 8 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wie denkt dat de wereld zonder mannen beter af is, heeft het mis. Dat is zeker.
A
Onbep.vnw.
B
Vr.vnw.
C
Betr. vnw. (m.i.a.)
D
Ondersch.vw.

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wie van jullie gaat er naar dat toneelstuk dat in de Stadsschouwburg speelt?
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw. (m.i.a.)
C
Vr. vnw.
D
Onbep.vnw.

Slide 10 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wie van jullie gaat er naar dat toneelstuk dat in de Stadsschouwburg speelt?
A
Aanw. vnw.
B
Betr. vnw.
C
Vr. vnw.
D
Ondersch.vw.

Slide 11 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Wie van jullie gaat er naar dat toneelstuk dat in de Stadsschouwburg speelt?
A
Aanw. vnw.
B
Znw.
C
Onbep.vnw.
D
Pers.vnw.

Slide 12 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Ik ben lekker uitgerust, omdat ik vakantie heb gehad. 
A
Ondersch.vw.
B
Nevensch.vw.

Slide 13 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Ik ben lekker uitgerust, omdat ik vakantie heb gehad. 
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 14 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
De soep lijkt klaar te zijn. We gaan zo eten. 
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 15 - Quizvraag

Benoem de goede woordsoort.
Hij is vorige week jarig geweest
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 16 - Quizvraag