6.2 Biotoop onder de loep

6.2 Biotoop onder de loep
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 Biotoop onder de loep

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Check vorige les
- Uitleg 6.2 
- Aan de slag!
- Biodiversiteit en Quiz

Slide 2 - Tekstslide

korte check!
Check in 8 meerkeuze vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke groep organismen heeft geen celkern?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacterie
D
Schimmel

Slide 4 - Quizvraag

Welke cel is een bacterie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Rijken worden ingedeeld aan de hand van KENMERKEN. Welke kenmerken horen bij het rijk van de dieren?
A
Celkern - celmembraan
B
Celwand - celkern - bladgroenkorrels
C
Celmembraan- celkern - bladgroenkorrels- vacuole
D
Celwand - bladgroenkorrels - vacuole

Slide 6 - Quizvraag

Rijken worden ingedeeld in...
A
Rijken
B
Afdelingen
C
Klassen
D
Orden

Slide 7 - Quizvraag

Sciurus vulgaris en Sciurus carolinensis zijn beiden eekhoorns.
A. Behoren ze tot dezelfde soort?
B. wat geeft de eerste naam aan?

A
A. ja; B. geslachtsnaam
B
A. nee; B. geslachtsnaam
C
A. ja; B. soortaanduiding
D
A. nee; B. soortaanduiding

Slide 8 - Quizvraag


De Zweedse onderzoeker Linnaeus bedacht een manier om alle organismen in te delen. 
Deze indeling wordt nog steeds gebruikt.  

De wetenschappelijke naam voor huiscavia is Cavia porcellus. 

Waarvoor staan de twee delen van de naam? 
A
Cavia is de geslachtsnaam en porcellus is de soortaanduiding.
B
Cavia is de soortaanduiding en porcellus is de geslachtsnaam.
C
Cavia is de soortaanduiding en porcellus is de ordeaanduiding.
D
Cavia is de ordeaanduiding en porcellus is de geslachtsnaam.

Slide 9 - Quizvraag

Meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Lees blz. 148 en beantwoord:
Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?

Slide 11 - Open vraag

Abiotische & Biotische factoren

Slide 12 - Tekstslide

De eekhoorn ondervindt veel invloeden, hoeveel abiotische invloeden tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Concurrentie
"Competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van het biotoop."

Bijv. ruimte, voedingsstoffen, water of licht.

Slide 14 - Tekstslide

Concurrenten... (of niet?)
Deze vogels eten allemaal insecten.

Toch kunnen ze samenleven, omdat ze die insecten op verschillende plekjes vinden...
Ieder een eigen plekje dus!

Slide 15 - Tekstslide

Habitat
Het speciale plekje waar een organisme goed kan leven noem je een habitat.

Dit is de woonplaats van een dier of plant binnen een biotoop.
Bijv. pissebedden leven onder stenen of stronken.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
- Nog vragen over 6.1?
- Werken aan 6.2 opdr. 2 t/m 10

Klaar? Lezen blz. 154 + maken 12 t/m 19
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

"Biodiversiteit"
Bio = leven
Diversiteit = verscheidenheid /  variatie

Hoeveel verschillende vormen van leven = aantal verschillende soorten organismen in een gebied. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waar is meer biodiversiteit?

Slide 20 - Tekstslide

Welke abiotische factor(en) vind je in de woestijn?
A
Veel zon
B
Weinig zon
C
Cactussen
D
Gebrek aan water

Slide 21 - Quizvraag

Welke biotische factor(en) vind je in het tropisch regenwoud?
A
Regen
B
Gras
C
Zon
D
Bomen

Slide 22 - Quizvraag

Door welke biotische factor(en) zul je een eekhoorn vaak in het bos aantreffen?
A
Bomen om in te schuilen...
B
Een lekker zonnetje...
C
Goede temperatuur...
D
Voedsel zoals hazelnootjes...

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van een biotoop?
A
Vijandigheid
B
Rivaliteit
C
Concurrentie
D
Competentie

Slide 24 - Quizvraag

In welke biotoop verwacht je de meeste habitats?
A
Boeren-akker
B
Tropisch regenwoud
C
Zand-woestijn
D
Duinen

Slide 25 - Quizvraag

Opdrachten
- Lezen blz. 154 + maken 12 t/m 19
- Maken samenvatten blz. 194, 6.1 + 6.2 = opdr. 1 t/m 6

Slide 26 - Tekstslide