Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 9
Les 9
leestekens in de directe en indirecte rede
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 9
leestekens in de directe en indirecte rede
Slide 1 - Tekstslide
intro
Juf Annemiek zegt dat we morgen eerder mogen beginnen
Juf Annemiek zegt: 'Morgen beginnen we eerder.'
Slide 2 - Tekstslide
leestekens
' = aanhalingstekens
: = dubbele punt
. = punt
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke zin staat in de directe rede?
A
Hij vroeg of hij me kon helpen.
B
Hij vroeg: "Kan ik u helpen?"
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe rede?
A
De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
B
Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
C
Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
D
Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.
Slide 7 - Quizvraag
Bij welke zin is de directe rede gebruikt?
A
Jan zei dat hij ziek was.
B
Jan zei: dat hij ziek was.
C
Jan zei: 'ik ben ziek.'
D
"Jan zei ik ben ziek"
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe reden?
A
Tijn zegt dat iedereen mee mag
B
Iedereen mag mee!
C
Tijn zegt: 'Iedereen mag mee.'
Slide 9 - Quizvraag
gebruik leestekens
Juf zegt je legt je pen neer
Slide 10 - Open vraag
gebruik leestekens
de meester vroeg wie komt er morgen
Slide 11 - Open vraag
Jan vindt dat Joop mee moet doen
Slide 12 - Open vraag
Waar staan de leestekens goed?
A
'Je moet', lachte Ivan,'nodig naar de kapper.'
B
'Je moet, lachte Ivan, nodig naar de kapper.'
C
Je moet lachte Ivan nodig naar de kapper
D
'Je moet, ' lachte Ivan ', nodig naar de kapper.'
Slide 13 - Quizvraag
Waar staan de leestekens goed?
A
Hij vroeg: vinden jullie dit wel leuk?
B
Hij vroeg: 'vinden jullie dit wel leuk?'
C
Hij vroeg: 'Vinden jullie dit wel leuk.'
D
Hij vroeg: 'Vinden jullie dit wel leuk?'
Slide 14 - Quizvraag
In welke zin staan de leestekens goed?
A
De juf zegt "Dit was de les over de puntkomma.
B
De juf zegt: Dit was de les over de puntkomma.
C
De juf zegt: "Dit was de les over de puntkomma."
D
De juf zegt: "Dit was de les over de puntkomma"
Slide 15 - Quizvraag
Aan de slag!
Verwerken taal week 2 les 9
Nieuwsbegrip: Andere tekstsoort
woordenschat
Oefenen spelling week 2 werkwoorden
timer
1:00
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
IEP directe en indirecte rede
Mei 2024
- Les met
35 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
07. Thema 1, week 2 - les 9 - directe en indirecte rede
September 2022
- Les met
48 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
IEP directe en indirecte rede
Mei 2024
- Les met
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
IEP directe en indirecte rede
Oktober 2024
- Les met
45 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Les 2 week 37: directe rede leestekens
September 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling 2 havo
Mei 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling 2 havo
15 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoorden + Grammatica
Juni 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8