W9/2021 BL1A ma 4e en 5e uur

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maandag 1 maart 4e uur 
  • Iedereen aanwezig: check
  • Voorlezen
  • Waar / niet waar
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Gezegde
  • Quiz persoonsvorm, onderwerp, gezegde



REGELS
Camera aan, microfoon uit
Vragen: handje of groeps-chat

Lesdoel
# Je weet in een zin de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde te benoemen.
# Je leert over meervouden op -en en -s.
Huiswerk
# Woensdag 3 maart: maken startopdracht, opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 (H4 Taalverzorging Meervouden op -en en -s)
# Woensdag 3 maart: inhaalles niet gemaakt huiswerk (of extra opdracht)
Klaar?
# Maak B-opdracht(en)
# Inhaalwerk (geef door als het af is)
# Lees boek / krant of bekijk journaal

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Maak spiekbriefjes!
De persoonsvorm vinden:
1. Vragend maken
2. Tijd veranderen
3. Aantal veranderen
Let op: pv is altijd een werkwoord!
Het onderwerp vinden:
1. Zoek de pv
2. Vraag: Wie of wat + pv?
3. Antwoord = ow!
Let op: pv en ow zijn vriendjes!
Het gezegde vinden:
Gezegde = alle werkwoorden in een zin
BV. Ik had naar school willen lopen.
       

Slide 3 - Tekstslide

In China regende het tijdens een storm ooit octopussen.
Persoonsvorm?

Slide 4 - Open vraag

De vissen vallen spontaan uit de lucht.
Onderwerp?
A
B
C

Slide 5 - Quizvraag

Onderwerp
Gezegde
Het hele dorp
was
bezaaid
met vis.

Slide 6 - Sleepvraag

Niemand heeft de vissen ooit echt uit de lucht zien vallen.
Gezegde?

A
heeft
B
heeft zien vallen
C
niemand

Slide 7 - Quizvraag

Wie wil extra uitleg?

Slide 8 - Tekstslide

Maandag 1 maart 
  • Iedereen aanwezig: check
  • Voorlezen
  • Waar / niet waar
  • Quiz persoonsvorm, onderwerp, gezegd
  • Extra uitleg of verder bij Klaar?




REGELS
Camera aan, microfoon uit
Vragen: handje of groeps-chat

Lesdoel
# Je weet in een zin de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde te benoemen.
Huiswerk
# Woensdag 3 maart: maken startopdracht, opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 (H4 Taalverzorging Meervouden op -en en -s)
# Vrijdag 5 maart: inhaalles niet gemaakt huiswerk (of extra opdracht)
Klaar?
# Maak B-opdracht(en)
# Inhaalwerk (geef door als het af is)
# Lees boek/krant of bekijk journaal

timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Wat ga je vooral onthouden na deze les?

Slide 10 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Maandag 1 maart 5e uur 
  • H4 Taalverzorging Meervoud -en en -s
  • Uitleg







REGELS
Camera aan, microfoon uit
Vragen: handje of groeps-chat

Lesdoel
# Je weet in een zin de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde te benoemen.
# Je leert over meervoud op -en en -s.
Huiswerk
# Woensdag 3 maart: maken startopdracht, opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 (H4 Taalverzorging Meervouden op -en en -s)
# Vrijdag 5 maart: inhaalles niet gemaakt huiswerk (of extra opdracht)
Klaar?
# Maak B-opdracht(en)
# Inhaalwerk (geef door als het af is)
# Lees boek/krant of bekijk journaal

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je al over meervoud?
-en                             -s

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Klopte dit met wat je dacht?
Meervoud op -en en -s

Slide 15 - Tekstslide

Geluid


De stad maakt lawaai. Een auto bromt, kindjes schreeuwen, regen klettert op de stoep. In mijn huis is lawaai. De bovenbuurman niest, veel harder dan nodig is. Mijn muur trilt. De hond knort en snuffelt, de kat spint in mijn oor. Ik maak lawaai. Ik schreeuw: ´Ik wil niets meer horen!´
Schrijf alle zelfstandig naamwoorden uit deze tekst op.
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Geluid


De stad maakt lawaai. Een auto bromt, kindjes schreeuwen, regen klettert op de stoep. In mijn huis is lawaai. De bovenbuurman niest, veel harder dan nodig is. Mijn muur trilt. De hond knort en snuffelt, de kat spint in mijn oor. Ik maak lawaai. Ik schreeuw: ´Ik wil niets meer horen!´
Schrijf alle zelfstandig naamwoorden uit deze tekst op.
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Zet de volgende woorden in meervoud
Stad
Auto
Kindje
Regen
Huis
Bovenbuurman
Muur
Hond
Kat

Slide 18 - Tekstslide

Zet de volgende woorden in meervoud
Stad -steden
Auto - auto's
Kindje -kindjes
Regen - X
Huis - huizen
Bovenbuurman - bovenbuurmannen
Muur - muren
Hond - honden
Kat - katten

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide