les 18: Zakelijk rapporteren/ objectief subjectief

Les 18: Zakelijk rapporteren
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 18: Zakelijk rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:

Leerling:
-kan verschillende vormen van zakelijk rapporteren toepassen
-kan het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie aangeven

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet deze les eruit:
1. LessonUp met uitleg Rapporteren
2. Opdracht 12 lastige kwestie/ klassikaal nakijken 
3. Als deze les is afgerond gaan we de praktijk herhalen van vorige week!/ openstaande opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is rapporteren?

Slide 4 - Open vraag

Waarom rapporteren we eigenlijk?
- Om informatie vast te leggen en over te brengen aan collega's
- Om op tijd problemen te kunnen signaleren.
- Om een overzicht vast te leggen. Zo kun je bv teruglezen hoe met de gezondheid van een cliënt is gegaan in een bepaalde periode.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is ook alweer OBJECTIEF?
Objectief:
Een objectief verslag geeft alleen informatie. Je eigen mening wordt niet vermeld.
Objectief: het gaat hier om feiten, hier kan geen discussie over ontstaan.

Voorbeeld: de trui is zwart van kleur

Subjectief: hier gaat om een mening; hierover valt te discussiëren en iedereen kan er anders over denken.

Voorbeeld: de trui heeft een mooie kleur. (niet iedereen zal deze trui mooi vinden)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden:
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 1 staat:

Martijn heeft vandaag twee uur gehuild. Hij heeft één boterham gegeten. Hij heeft ’s middags niet geslapen. Hij heeft een uur rondgekropen met zijn knuffel.
Uit dit verslag kun je verschillende conclusies trekken:
-Martijn kan ziek zijn of pijn hebben.
-Martijn kan zijn ouders missen en heimwee hebben.
-Martijn kan zich ongelukkig of eenzaam voelen.

Dit verslag is objectief.


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden:
Bijvoorbeeld: in een instituut waar ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen worden verzorgd, woont de vierjarige Martijn. Het is maandag, de dag na de wekelijkse bezoekdag.

In het verslag van groepsleidster 2 staat:
Martijn was vandaag lastig en vervelend. Hij wilde niet eten en niet slapen. Hij huilde de hele dag. Hij wilde alleen maar met zijn knuffeldier spelen.

Uit het tweede verslag kun je eigenlijk maar één conclusie trekken:
de groepsleidster vond Martijn vandaag vervelend.

Dit verslag is subjectief.

Slide 8 - Tekstslide