MLF 2T diagnostische toets

Diagnostische toets Verbranding & ademhaling
• deze toets bestaat uit 40 vragen hierbij kun je totaal 44 punten scoren.

• De vragen beantwoord je online.

• Check aan het eind van de toets of je alles goed hebt ingevuld.

Klaar? Lever je toets in.
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische toets Verbranding & ademhaling
• deze toets bestaat uit 40 vragen hierbij kun je totaal 44 punten scoren.

• De vragen beantwoord je online.

• Check aan het eind van de toets of je alles goed hebt ingevuld.

Klaar? Lever je toets in.

Slide 1 - Tekstslide

PW TH1 Verbranding & ademhaling
Als je bij een antwoord een cijfer in moet vullen, vul dan alleen het cijfer in. 

- Dus niet 'nummer' of 'nr' ervoor
OF
- twee, drie, vier etc.

Maar:
1 of 2 of 3, etc.





Slide 2 - Tekstslide

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bladgroenkorrels zetten glucose om in koolstofdioxide en water.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bij de afbraak van glucose komt energie vrij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Smog is luchtvervuiling die vooral bestaat uit bacteriën en virussen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In je lichaam vindt alleen overdag verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Allergie is een overgevoeligheid voor een of meer stoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

Op de plek van cijfer ① moet energie worden ingevuld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Stofwisseling is de omzetting van de ene stof in een andere stof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

Op de plek van cijfer ② moet koolstofdioxide worden ingevuld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bekijk de afbeelding.

De verbranding in je lichaam vindt alleen in gespecialiseerde cellen plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Door het rennen gaat het hart van het meisje sneller kloppen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Door het rennen vindt er in het lichaam van het meisje meer verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Tijdens het rustige lopen komt er in het lichaam van het meisje meer warmte vrij dan tijdens het rennen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In uitgeademde lucht zit dezelfde hoeveelheid waterdamp als in ingeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bij uitademing door middel van buikademhaling gaat de buikwand naar voren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Gaswisseling kan in de longblaasjes snel plaatsvinden doordat de wand van longblaasjes dun is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
A
Nummer 1.
B
Nummer 2.
C
Nummer 3.

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Bij welk nummer bevindt zich bloed dat rijk is aan zuurstof?
A
Nummer 1.
B
Nummer 2.
C
Nummer 3.

Slide 19 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier een longblaasje met een longhaarvat schematisch getekend. Enkele plaatsen zijn aangegeven met nummers.

Welke pijl geeft de richting aan waarin koolstofdioxide gaat, pijl P of pijl Q?
A
Pijl P
B
Pijl Q

Slide 20 - Quizvraag

Lees de tekst uit de afbeelding.

Welke letter geeft het juiste antwoord aan op de vraag uit de afbeelding?

Slide 21 - Open vraag

Doordat je middenrifspieren zich plotseling samentrekken, hik je.

Wat gebeurt er op dat moment met het middenrif?
En stroomt er daardoor lucht de longen in of uit?
A
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen in stroomt.
B
Het middenrif gaat naar beneden, waardoor lucht de longen uit stroomt.
C
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen in stroomt.
D
Het middenrif gaat naar boven, waardoor lucht de longen uit stroomt.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het produceren van slijm.
B
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
C
Het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers.
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte.

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer iemand in rust opzettelijk enige tijd snel en diep adem heeft gehaald, verdwijnt de normale ademprikkel en treedt een kortdurende ademstilstand op.

Wat gebeurt er dan met de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht in de longblaasjes tijdens die ademstilstand?

A
De hoeveelheid koolstofdioxide neemt af.
B
De hoeveelheid koolstofdioxide neemt toe.
C
De hoeveelheid koolstofdioxide blijft gelijk.

Slide 24 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Wanneer zij normaal rechtop staat gebruikt zij bij bepaalde adembewegingen minder energie dan in deze houding.

Welke adembewegingen kosten minder energie wanneer zij normaal rechtop staat en even vaak ademt dan in deze houding?

A
Inademing bij zowel de borst- als de buikademhaling.
B
Inademing bij de borstademhaling en uitademing bij de buikademhaling.
C
Uitademing bij de borstademhaling en inademing bij de buikademhaling.
D
Uitademing bij zowel de borst- als de buikademhaling.

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Wanneer zij normaal rechtop staat gebruikt zij bij bepaalde adembewegingen minder energie dan in deze houding.

Wat kan er direct na een volledige inademing met borstademhaling plaatsvinden? Er zijn twee antwoorden goed.

A
Inademing met borstademhaling.
B
Inademing met buikademhaling.
C
Uitademing met borstademhaling.
D
Uitademing met buikademhaling.

Slide 26 - Quizvraag

Als een mens diep inademt, neemt dan het volume van de borstholte toe?

En het volume van de buikholte?
A
Alleen het volume van de borstholte neemt toe.
B
Alleen het volume van de buikholte neemt toe.
C
Het volume van de borstholte neemt toe en het volume van de buikholte neemt af.
D
Het volume van de borstholte neemt toe en het volume van de buikholte ook.

Slide 27 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Lees de vraag en beantwoord.

Welke letter geeft het juiste antwoord aan.

Slide 28 - Open vraag

Bekijk de afbeelding, lees de tekst en bekijk de tabel.

Wat is juist?
A
P is minder dan 14,6%.
B
P is gelijk aan 14,6%
C
P is meer dan 20,7%.

Slide 29 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding, lees de tekst en bekijk de tabel.

Floris is allergisch voor graspollen.
In welk seizoen heeft hij vooral last van hooikoorts?
A
In de herfst
B
In de zomer
C
In het voorjaar

Slide 30 - Quizvraag

Lees de tekst en bekijk de afbeelding.

Op grond van de resultaten zijn twee conclusies te trekken over het verschil tussen buitenlucht en uitgeademde lucht.

Schrijf deze twee conclusies op.

Slide 31 - Open vraag

Bekijk de afbeelding en lees de tekst.

Leg uit hoe het komt dat afkoelen van de inhoud van de buik zo veel zuurstofbesparing oplevert.

Slide 32 - Open vraag

Bepaalde uitlaatgassen tasten de slijmlaag van de luchtwegen aan. Het verwarmen van de lucht in de luchtwegen wordt hierdoor niet beïnvloed.

Noem twee functies van de slijmlaag van de luchtwegen die door de uitlaatgassen minder goed worden vervuld.

Slide 33 - Open vraag

Noem twee dingen die je zelf kan doen of laten om je luchtwegen gezond te houden.

Slide 34 - Open vraag

Bekijk de afbeelding, je ziet hier het ademhalingsstelsel.

Hoe heet deel 1?


Slide 35 - Open vraag

Bekijk de afbeelding, je ziet hier het ademhalingsstelsel.

Hoe heet deel 6?


Slide 36 - Open vraag

Iemand met hooikoorts kan verschillende reacties krijgen.

Schrijf twee mogelijke reacties op het antwoordblad.

Slide 37 - Open vraag

In welke organellen vindt de afbraak van glucose plaats?

Slide 38 - Open vraag

Een vrouw van 40 rookt al 20 jaar. Deze vrouw raakt in ademnood bij grote inspanningen, zoals traplopen.

Leg uit dat deze vrouw door haar rookgedrag in ademnood raakt bij traplopen.

Slide 39 - Open vraag

Tina en Faisal hebben een discussie over sigaretten.
Tina zegt: ‘Sigarettenrook is een mengsel van gassen en fijne teerdruppeltjes.’
Faisal zegt: ‘Teer beschadigt de trilhaarcellen.’

Wie heeft of hebben gelijk?
A
Alleen Tina heeft gelijk.
B
Alleen Faisal heeft gelijk.
C
Tina en Faisal hebben allebei gelijk.
D
Tina en Faisal hebben geen van beiden gelijk.

Slide 40 - Quizvraag

Hoe vindt de ademhaling plaats bij een amoebe?

Slide 41 - Open vraag

In het achterlijf van een honingbij komen openingen van het ademhalingsstelsel voor. Door samentrekking van spieren wordt het achterlijf korter. Dit is van belang bij de ademhaling.

Wordt door deze samentrekking de druk in het ademhalingsstelsel hoger of lager?
En vindt dan in- of uitademing plaats?

A
De druk wordt hoger, er vindt inademing plaats.
B
De druk wordt hoger, er vindt uitademing plaats.
C
De druk wordt lager, er vindt inademing plaats.
D
De druk wordt lager, er vindt uitademing plaats.

Slide 42 - Quizvraag