03. H5 par 3

H5 Rondkomen
5.3 Geen tekorten meer / 5.3 Sparen en interen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5 Rondkomen
5.3 Geen tekorten meer / 5.3 Sparen en interen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
BKGT: Hoofdstuk 5 paragraaf 3
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide


B

Leren + maken 
Hoofdstuk 5.1




KT

Leren + maken
Hoofdstuk 5.1

(incl rekentrainer (2x))

Huiswerk 12 februari

Slide 3 - Tekstslide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 4 - Open vraag

Huiswerk
BKT: Leren en maken Hoofdstuk 5 paragraaf 1+2

T: 5.1 -opdracht 9 laten zien



Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 10-2
Fout in het boek/systeem. Juiste antwoorden:

10-2c) Tot en met maand 11 kost de behandeling € 

 per maand. Vanaf maand 12 kost het nog €

83,19
119,52

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 10-2
10-2c) Tot en met maand 11 kost de behandeling € ...
 per maand. 
(203+122,90+159,10):11= 44,09
44,09+39,10=€83,19 per maand

Vanaf maand 12 kost het nog 
827:13+55,90 = € 119,52 per maand

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld:
Jarno verdient €130 per maand. Hoeveel verdient hij per week?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar week
  • 130 x 12 = 1560
  • 1560 : 52 = 30
  • Jarno verdient €30 per week

Slide 10 - Tekstslide

Doel 5.3:
  • B: Ik kan uitleggen wat een tekort is.
  • BKT: Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen.
  • KT: Ik kan benoemen hoe je rond kunt komen van je geld.

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Begroting
= overzicht van 
verwachte inkomsten 
en 
verwachte uitgaven

Slide 13 - Tekstslide

Budget
Een bedrag wat beschikbaar is 
voor bepaalde uitgaven.

Slide 14 - Tekstslide

Sparen

Slide 15 - Tekstslide

Je wilt een Macbook kopen van 1300 euro... Hoe los je dit op?

Slide 16 - Tekstslide

Sparen
Prijs: 300 euro
Ik krijg elke maand  20 euro
zakgeld. Hoeveel maanden
moet ik sparen voor een PS4?

aankoopbedrag : spaarbedrag per maand
aantal spaarmaanden

Slide 17 - Tekstslide

Sparen
aankoopbedrag : aantal spaarmaanden 
= spaarbedrag per maand

Ik heb een nieuwe iPhone gekocht
van 1000 euro. Ik heb voor deze 
telefoon 12 maanden gespaard.
Hoeveel heb ik per maand gespaard?

Slide 18 - Tekstslide

Spaarrekening
Bankrekening

Slide 19 - Tekstslide

budget: opdracht  7 + 8
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Sparen en interen
Zijn je werkelijke uitgaven lager dan het budget, dan houd je geld over. Het is verstandig om dit overschot te sparen.

Zijn je werkelijke uitgaven hoger dan het budget, dan kom je geld tekort en moet je interen op je spaargeld. Hierdoor kunnen financiële problemen ontstaan!

Slide 21 - Tekstslide

interen 

Slide 22 - Tekstslide

interen 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Rente: een vergoeding die de bank betaalt omdat de bank gebruik mag maken van je spaarrekening.
Meer geld > meer rente

Slide 25 - Tekstslide

Wat is rente en waaruit is het opgebouwd?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Percentages berekenen
Optie 1:  bedrag : 100 x het percentage = 
(met/zonder verhoudingstabel)

Optie 2:  vermenigvuldigingsfactor  (percentage : 100)
1% = x0,01
10% = x0,10 
50% = x0,50

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open vraag

Hoe kan je rond komen van je geld?

Slide 32 - Open vraag

Hoe kan je een tekort op je budget voorkomen?

Slide 33 - Open vraag


Antwoord lesdoel(en)

Slide 34 - Open vraag

Huiswerk
Leren en maken Hoofdstuk 5 paragraaf 1+2+3

Vraag van 5.1 + 5.2 om vragen te resetten 
of 
vraag om hulp!



Slide 35 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 36 - Tekstslide