Consolideren week 21

Consolideren week 21
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Consolideren week 21

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je als je je taai houdt?
A
Je laat een pasfoto maken
B
Je blijft sterk, ook als je je niet goed voelt
C
Je wil een koekje eten
D
Je gaat slapen

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn dit?
A
de ziekenhuisopnames
B
de alinea
C
de oren spitsen
D
de pasfoto's

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een alinea?
A
Een stukje van een tekst
B
Iemand die pijn heeft
C
Iets van vroeger
D
Een uitdrukking

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het als je je oren spitst?
A
Dat je iets gaat negeren
B
Dat je heel goed oplet op wat er wordt gezegd

Slide 5 - Quizvraag

Maak de zin af: Ze had een jas aan van haar oma. Die jas was echt ___!
A
zwellen
B
alinea
C
ouderwets
D
paraderen

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als je gaat paraderen?
A
op een opvallende manier lopen
B
Je bent erg sterk
C
naar het ziekenhuis gaan
D
Je hebt veel pijn

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer is iets piekfijn?
A
Als iets heel slecht gemaakt is
B
Als je ergens van schrikt
C
Als iets heel goed is
D
Dan wil je wat water drinken

Slide 8 - Quizvraag

Wat doe je als je iets gaat negeren?

Slide 9 - Open vraag

Wat zegt een trendsetter?
A
ik ben modern
B
ik ben ouderwets
C
ik ben saai
D
ik ben de beste

Slide 10 - Quizvraag

Hij heeft een dikke enkel. Zijn enkel is ....
A
gewond
B
verstuikt
C
gezond
D
blauw

Slide 11 - Quizvraag

Als je bang bent, dan doe je het in je ........
A
sokken
B
trui
C
schoenen
D
broek

Slide 12 - Quizvraag