Quiz Basiszorg

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Wat betekent ADL?
A
Alle dagen lol
B
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
Algemene dagelijkse levensmiddelen
D
Algemene dagelijkse levensbehoeften

Slide 2 - Quizvraag

In de dagdienst help je meneer Jansma met wassen en aankleden. Om contact te maken, toon je belangstelling. Je weet dat meneer Jansma kinderen heeft, dus vraag je hoe het met zijn kinderen gaat. ‘Goed’, antwoordt meneer Jansma zonder je aan te kijken.
A
Je blijft vriendelijk en stelt vragen over andere onderwerpen, zoals hobby’s.
B
Je vraagt vriendelijk aan meneer Jansma of hem misschien iets dwarszit
C
Je blijft vriendelijk, maar stelt verder geen vragen die niet echt nodig zijn.
D
Je vertelt enthousiast over je eigen familie zodat er geen stiltes vallen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat doe je als een cliënt niet uit bed wil komen voor de ADL?

A
je gaat in gesprek en probeert haar over te halen zodat ze toch zelfstandig blijft
B
je gaat in gesprek en probeert te achterhalen wat ze zelf wil
C
je vertelt nogmaals welke consequenties het heeft als ze niet wilt revalideren.
D
je laat haar maar op bed liggen

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding hiernaast. De man op deze afbeelding is de zorgvrager in deze vraag.

Ivan komt bij de zorgvrager thuis om hem te helpen met wassen en ziet de zorgvrager.
Wat kan Ivan het beste vragen of zeggen?

A
Dag meneer, als u gewassen bent, voelt u zich vast weer blij.
B
Dag meneer, ik kom u helpen met wassen. Gaat u met me mee?
C
Dag meneer, ik zie dat u ergens mee zit. Wat is er aan de hand?
D
Dag meneer, volgens mij bent u boos. Kunt u me vertellen waarom?

Slide 5 - Quizvraag

Hoe werk je hygiënisch bij het opmaken van een bed?
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te trekken
D
Door alles wat hier voor genoemd is

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als eerste, als je bij een cliënt komt?
A
Bed op de juiste werkhoogte
B
Handhygiëne toepassen
C
Patiënt wakker maken
D
Jezelf voorstellen

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer helpen we iemand bij de ADL?
A
Als iemand vermoeid of chronisch ziek is
B
Als iemand geen zin heeft
C
Als iemand verminderde zelfregie heeft

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij het opmaken van een bed?
A
Materialen klaarleggen
B
Hulp vragen om samen een bed op te maken
C
Handschoenen aantrekken
D
Handhygiëne toepassen

Slide 9 - Quizvraag

Als je een cliënt op bed wast, kun je de techniek van ‘verzorgend wassen’ toepassen.

Wat houdt die techniek in?
A
Het gebruik van zo min mogelijk zeep.
B
Het gebruik van zo min mogelijk water.
C
Het gebruik van wasdoekjes met zeep die snel verdampt.
D
Het gebruik van wasdoekjes met huidvriendelijke lotion.

Slide 10 - Quizvraag

ADL hulpmiddelen zijn er om?
A
Kwaliteit van leven te geven
B
Afhankelijkheid te stimuleren
C
Zorgen voor minder belasting van de rug
D
Zorgen dat er minder mensen in de zorg nodig zijn

Slide 11 - Quizvraag

Meneer De Haan heeft dementie. Je begeleidt meneer bij het douchen. Je zet de douche aan en geeft meneer een washandje. Je zegt: 'Zo, begint u met wassen? Ik help u waar het niet lukt.'
De zorgvrager kijkt om zich heen en weet duidelijk niet wat hij moet doen.
Hoe kun je dit oplossen?

Slide 12 - Open vraag